Saturday, March 24, 2012

Eyvind Kang, 'The narrow garden' - Terug naar de middeleeuwen

Violist Eyvind Kang klinkt misschien als muzikale naam niet zo bekend, maar toch werkte hij de laatste tien jaar al aan ongeveer 50 albums mee. Hij mag tot het kruim van de avantgarde gerekend worden na samenwerkingen met Sunn O))), John Zorn, Marc Ribot en Oren Ambarchi. De Amerikaan Kang is de zoon van een Noorse moeder en een Aziatische vader. Die gemengde identiteit heeft vanzelfsprekend een geweldige invloed op zijn composities. Zijn muziek is ergens opgediept uit Perzische, Arabische en Europese vroege bronnen. Zijn laatste album ‘The narrow garden’ op Ipecac, het label van Mike Patton van Faith No More, is een staalkaart van al die invloeden. Denk aan Dead Can Dance, maar dan authentieker.

‘The narrow garden’
is een vrij kort maar moeilijk te klasseren, exotisch klinkend album waaraan een 30-tal artiesten meewerkten. De plaat werd ten dele in Seattle en in Barcelona opgenomen. Het eerste nummer ‘Forest Sama’i’ werd geïnspireerd door een Ottomaans-Turkse Sufi muziekvorm, de semai. Het erg mooie ‘Pure nothing’, dat gezongen wordt door Kangs echtgenote Jessika Kenney, heeft als lyrics een gedicht van de Middeleeuwse vorst en eerste troubadour Guilhem IX. ‘Usnea’ klinkt een stuk experimenteler met zijn vreemde vogelgeluiden en ondefinieerbare instrumenten. ‘Mineralia’ is een statig Middeleeuws liefdeslied in de vorm van een pavane.

Het hoogtepunt van de cd is de laatste track, het bijna 9 minuten durende ‘Invisus natalis’, waarop alle Westerse en Oosterse invloeden van Kang heel mooi ineenvloeien. Voor de lyrics speelde Kang even leentjebuur bij de Latijnse dichteres Sulpicia die in de eerste eeuw na Christus leefde. Haar zes overgeleverde gedichten werden teruggevonden in de manuscripten van de Latijnse dichter Tibullus. In haar bekendste gelegenheidsdicht ‘Invisus natalis’ heeft ze het over een ‘gehate verjaardag’, waarbij ze door haar oom uitgenodigd wordt naar het platteland, ver weg van haar geliefde Cerinthus en van de stad, waar meisjes volgens haar toch veel beter gedijen dan op het platteland. De muzikale omlijsting van Kang is gewoonweg prachtig, met een festijn van gitaren, bassen, strijkers die naadloos overgaan in een atonaal en verschroeiend einde.

http://www.cuttingedge.be/muziek/eyvind-kang-narrow-garden

David Sylvian, 'A victim of stars' - Kroniek van een vergane jeugd


David Sylvian was ooit een blonde popgod. Anders dan vele van zijn muzikale tijdgenoten bewandelde hij geen geëffende paden. Hij volgde een geraffineerd en eigenzinnig traject, dat hem ver voorbij de mainstream bracht. De voorbije drie decennia leken voor hem eerder op een kronkelend bergpad. Sylvian dook even op in het oog van het publiek en verdween alweer. Aan dit hide and seek spelletje lijkt definitief een einde gekomen. De aangekondigde ‘Implausible beauty’ wereldtournee werd onverhoeds afgeblazen wegens gezondheidsproblemen. Wat eerst uitstel was, werd algauw afstel. Het tekent de eigenwijze crooner dat hij zoiets doet. De voorbije tien jaar slaagde hij erin alle verwachtingen van zijn overigens erg trouwe fans naast zich neer te leggen.

Het album ‘Manafon’ uit 2009 was nochtans een ongeëvenaard meesterwerk. Sylvian raakte op die plaat voorgoed los van zijn new romantic roots. Geen spoor van romantiek meer. Wel een korzelige en gebroken achtergrond van experimentele artiesten als Fennesz, Burkhard Stangl, Werner Dafeldecker, Michael Moser en vele, vele anderen. De nadruk lag dit keer op de stem van Sylvian, die helemaal naar voor gemixt werd en de harde, poëtische teksten. Op ‘Died in the wool’ deed hij net het omgekeerde. De spaarse soundtracks van ‘Manafon’ werden overgoten met een strijkersarrangement van Dai Fujikura. Sylvian begreep misschien dat hij even te ver gegaan was. De fans schreeuwden algauw opnieuw om de goede, oude popgod Sylvian.

Tussen de twee albums door verscheen het niet te versmaden compilatiealbum ‘Sleepwalkers’, een verzameling nummers die hij samen met een keur van bevriende artiesten schreef, onder meer Joan As Policewoman, Steve Jansen, Burnt Friedman en Ryuichi Sakamoto. En nu is er dus de dubbelaar ‘Victim of stars’, een terugkeer naar Virgin Records voor een compilatiealbum met de beste nummers van zijn soloalbums van de afgelopen dertig jaar. Wat ons betreft is dit een overbodig overzicht. We kennen alle nummers bijna van buiten. We vinden het ook jammer dat de credit sheet zo bondig is. We vonden nauwelijks vermeldingen van bijdragen van de artiesten die Sylvian de afgelopen decennia groots maakten. Ook het artwork kon ons niet onverdeeld gelukkig maken. We zien een peinzende, jonge Sylvian met blonde haardos aan de rand van een hooggebergte. Een kleinere foto van een oudere Sylvian met stoppelbaard op de inlegkaart. Slechts een nieuw nummer: ‘Where’s your gravity?’ met Jan Bang en Eivind Aarset, dat opgedragen werd aan Kristamas Klousch, het wolfmeisje dat voor de hoes van ‘Sleepwalkers’ poseerde. Wat de toekomst zal brengen voor David Sylvian weten we niet. Hijzelf waarschijnlijk nog veel minder.

http://www.cuttingedge.be/muziek/david-sylvian-victim-stars

Friday, March 23, 2012

Linkeroor #1 - 'Ruis en toccata's'

Kregelige plaatjes van Lubomyr Melnyk, Zeitkratzer, Francisco López, Reinhold Friedl en Chris Watson & Marcus Richardson besproken door Peter Wullen op www.goddeau.com.

http://www.goddeau.com/content/view/10198

Tuesday, March 13, 2012

Franck Vigroux - 'We (nous autres)'

Sometimes you can be so impressed by an album that you actually wonder where it came from. It can't just fall out of the sky, can it? Such is the case with 'We (nous autres)' from French noise artist Franck Vigroux. Then you find out that Vigroux has been active in the French experimental scene for more than 10 years. 'We (nous autres)' is just as good as a noise album can be. The titles of the short and few long tracks say enough: 'Ashes II', 'Ashes IV', 'Fire' and the outstanding 14 minute long 'Crash'. My favourite track is 'Traits' with its scorched beats. This is an album that literally burns into your brain. Its intensity scorches your pine gland. But still you want to hear it again and again. Vigroux is the last straw of French experimental music.

http://records.dautrescordes.com/