Wednesday, March 31, 2010

Muziek en ecologie – Deel 1: interview met Chris Watson


Kan je tegenwoordig nog naar de Noord- of Zuidpool trekken om daar met de meest geavanceerde apparatuur geluidsopnames te maken van afkalvende gletsjers, klotsende fjorden, ijzige noordenwinden en fauna en flora van boven de poolcirkel zonder rekening te houden met de 'politics of ecology'? De Polen verloren hun onschuld. Door de opwarming van de aarde volstaat het niet om veldopnames te maken van koude poolzeëen en van kruipend ijs. Een klaar idee hebben van de omgeving waarin je werkt, is een noodzaak. Hoe breng je geluidsopnames van door menselijke interventie ecologisch onstabiel geworden omgevingen over bij de luisteraar? We vroegen het aan geluidspioniers Chris Watson (zie 'A Journey South' op www.chriswatson.net), BJ Nilsen (www.bjnilsen.com) en de Noorse Jana Winderen die net ‘Energy Field’ uitbracht op het Britse label Touch.

Chris, je reisde onlangs voor de BBC naar de Zuidpool met David Attenborough. De reis werd gedocumenteerd op ‘A Journey South’.

Chris Watson: “De BBC gaf ons de opdracht voor een groot project, “The Frozen Planet”, gepresenteerd door Sir David Attenborough, dat ergens op het einde van 2011 zal uitgezonden worden op BBC1. Ik was één van de geluidsmensen, die meewerkte aan de reeks, die reizen naar beide Polen met zich meebracht. Om de reis, die in Christchurch Nieuw-Zeeland begon, te ondernemen; onderging ik zware medische testen. We waren daar uitgenodigd door de USAP (US Antartica Programme), en we vlogen naar Ross Island (78° zuid) op een zogenaamde ‘ijsvlucht’. We landden op de bevroren zee in een C-17, een enorm cargovliegtuig zonder vensters. De vlucht duurde 5 uren… Mag ik verwijzen naar het audiodagboek dat ik maakte voor Touch Radio na mijn trip naar de Zuidpool. Via deze link kun je het dagboek beluisteren: http://www.touchradio.org.uk/touch_radio_49.html.”

Op 1 april vertrek je opnieuw voor een maand naar de Noordpool?

Chris Watson: “Da’s voor dezelfde reeks als de trip naar de Zuidpool – ‘The Frozen Planet’ van de BBC. Ik keer terug eind april. Ik hoop opnieuw een audiodagboek te kunnen maken voor Touch Radio in mei.”

Je maakt sinds het eind van de jaren tachtig auditieve geluidsopnames. Sinds het midden van de jaren negentig en vooral sinds Al Gore’s ‘The Inconvenient Truth’ weten we dat de aarde in sneltempo opwarmt. Heeft dat fenomeen je werk beïnvloedt tijdens de laatste 5 à 10 jaar?

Chris Watson: “Natuurlijk heeft dat een effect op het onderwerp waarmee ik aan de slag ga, maar mijn basismotivatie bleef desondanks onveranderd… ‘Klimaatverandering’ vind ik trouwens een correcter woord.”

Wanneer je naar een gebied als de Zuidpool reist, een omgeving die onstabiel geworden is door menselijke interventie, voel je dan de nood om die evolutie te documenteren?

Chris Watson: “Ik ga niet akkoord met bovenstaande stelling. Mijn antwoord luidt dus neen! Zoals ik al zei, de gevolgen van deze processen zullen zichtbaar en voelbaar zijn door de effecten die ze hebben op de dieren in het wild en op hun habitat en dat zal dus in zekere zin ook een effect hebben op de opnames die ik maak, maar dat is niet de voornaamste reden waarom ik geluidsopnames maak.”

Je bent een geluidsman en een ‘maker van auditieve documenten’. Ik luisterde onlangs opnieuw naar ‘Vatnajoküll’ op het album ‘Weather Report’ maar ik kon niet anders dan denken aan afkalvende gletsjers en smeltende ijssvelden. Hebben geluidsdocumenten hun onschuld niet verloren sinds we weet hebben van de klimaatverandering? Hoe breng je zoiets over op de luisteraar?

Chris Watson: “Ik maak geen audiodocumenten! Laat dat duidelijk zijn… Ik maak auditieve kunstwerken, maar zeker geen documenten. Ik probeer de psychogeografie te beschrijven die het gedrag van wilde dieren beïnvloedt, en ook de landschappen zelf. Mag ik je verwijzen naar mijn eerste album voor Touch, ‘Stepping into the Dark’ (Touch # TO:27, 1996), dat opnames bevat die kunnen beschreven worden als ‘akoestische landschappen’.”

Denk je dat het mogelijk is en heb je er zelf ooit aan gedacht om een album uit te brengen met uitsluitend geluiden die de klimaatwijziging illustreren om de aandacht van het publiek te vestigen op dit zorgwekkend fenomeen?

Chris Watson: “Neen! Al is het onmogelijk om de feiten uit de weg te gaan, toch is dat niet mijn voornaamste betrachting… Ik ben betrokken als individu, maar het behoort helaas niet tot mijn werk…

Chris Watson, 'A Journey South' op www.chriswatson.net

Monday, March 29, 2010

Heaney en Holland - Over 'Regio en Ring' van Seamus Heaney, vertaald door Hanz Mirck

In 2006 verscheen ‘District and Circle’, de langverwachte nieuwe dichtbundel van de Ierse Nobelprijswinnaar Seamus Heaney. Halfweg 2009 kreeg de Hollandse dichter Hanz Mirck de opdracht om de bundel in het Nederlands om te zetten. Zelfoverschatting van de uitgeverij? Haastwerk? Een misstap om dit werk toe te vertrouwen aan een dichter zonder levenslange ervaring? Sprong de 71-jarige Heaney dit keer te lichtvaardig om met zijn poëtische erfenis? Van de titel tot het laatste woord: alles verliep fout. We vroegen aan Hanz Mirck wat er aan de hand was.*

Hoe ben je als vrij jonge dichter bij een vertaling van Seamus Heaney terechtgekomen? Is er een affiniteit vastgesteld? Of heb je de job gewoon op je genomen als vertaler?

Hanz Mirck: “Tja, wat is vrij jong? Ik debuteerde in 2002, publiceerde tot nu toe vier bundels, won wat prijzen. Verder vertaalde ik al eerder een bundel van Heaney, maar ook werk van de Amerikaanse dichter Nick Flynn, klassieke liedteksten (in ‘Mijn rust is heen, mijn hart is zwaar’) en toneel, voor De Doelen in Rotterdam. Die eerste bundel van Heaney, die ik vertaalde (Elektrisch licht), vond ik geweldig en dat heeft mijn werk beïnvloed. Daarom wilde ik ook District and Circle graag doen.”

Wat is de betekenis van de titel en wat was de reden om 'District and Circle' te vertalen door 'Regio en Ring'?

Hanz Mirck: “De titel van de bundel verwijst naar twee lijnen van de Londense metro. Een Nederlandse lezer zal deze woorden niet meteen koppelen aan de ondergrondse, maar wel aan de betekenis die de woorden buiten deze context hebben. Nu gaat de bundel over de onderwereld, de doden, en daalt de lezer samen met de dichter af.... in een vertaalprobleem. Want hoe vertaal je die titel? Met 'Ring en Regio', zodat je begrijpt dat het twee metrolijnen zijn, en twee woorden die met ruimtelijke beweging te maken hebben? Of toch die stationsnamen onvertaald laten en op het omslag een fragment van de kaart van de Londense metro laten zien, zodat de lezer kan zien dat het gaat om twee lijnen die ergens samenkomen, een tijdje gelijk op gaan en dan weer elk huns weegs, zoals de levende dichter die de doden even ontmoet en dan weer verder gaat met zijn leven? Of er iets Hollands/Amsterdams van maken: 'Isolatorweg en Gein'? Heaney mailde me dat hij de namen met daarbij de toevoeging 'in de Londense metro' een oplossing vond. Ik vind dat te uitleggerig. Als het toch gaat om de metro an sich, waarom dan niet 'Londense metro', of (nog mooier) 'Ondergrondse'? 'Noordzuidlijn' vond ik ook wel een leuke, maar dat vinden de Amsterdammers dan weer helemaal niet grappig... Ik besloot de zaak om te draaien en vroeg Heaney of hij 'District and Circle' puur vanwege historische redenen had gekozen (omdat hij die twee lijnen van de metro nu eenmaal gebruikte) of waren er ook redenen van taalkundige aard? Inderdaad, antwoordde hij: ‘I chose District and Circle as a title because 1) I used to travel on that line/those lines when I worked on a summer holiday job in London, in the early 1960s - from Earls Court to St James's Park and back; but also 2) because the words 'district' and 'circle' apply to the book in a different way, in that many of the poems return to a district - my childhood world in Ulster - which the poems also 'circle', or circle around, in memory.’ Dat is wat ik ook verwacht had - Heaney laat geen dingen aan het toeval over. Met dit antwoord kon ik de uitgever overtuigen dat 'Regio en ring' een goede overzetting is van ook die betekenis, die toch de metro-verwijzing intact laat. (Ik had eerst 'Ring en regio' maar Piet Gerbrandy wees me op het betere ritme van deze volgorde.)

Had je contact met Seamus zelf? Hoe verliep dat contact? Hebben jullie samengewerkt om de bundel te verlaten of gaf hij jou de volledige vrijheid?

Hanz Mirck: “Ik heb met hem gemaild, maar wegens zijn drukte zo beperkt mogelijk, ik was al blij dat ik de moeilijkste kwesties aan hem kon voorleggen. Over de titel was hij heel duidelijk, verder had hij het idee dat veel dingen inderdaad lastig te vertalen waren maar hielp hij wel.”

Hoe heb je het aangepakt om het sappige en vrijwel onvertaalbaar geachte met Ierse uitdrukkingen doorspekte Engels van Heaney in het Nederlands over te brengen?

Hanz Mirck: “Ik heb zo ongeveer ieder woord opgezocht, in vertaalwoordenboeken en online woordenboeken. Ook dingen voorgelegd aan Heaney zelf en aan vertaler Willem Groenewegen en enkele andere deskundigen. Verder heb ik de gedichten hardop gelezen en geprobeerd de toon en het ritme te vinden en dat over te brengen. De uitdaging zat in onvertaalbare dingen, woordspelingen etc, die Heaney soms zelf onvertaalbaar achtte maar die toch lukten. ‘You whom I cleave to, hew to’ - Jij die ik liefhad: het hakken zit toch in de vertaling nu, als je het hardop leest. Verder heb ik veel van en over hem gelezen en research gedaan naar Ierse kwesties. De aantekeningen heb ik echter beperkt gehouden want dergelijke uitleg krijgt de lezer van het origineel ook niet.”

Heb je uit het werk van Seamus Heaney iets opgestoken voor je eigen werk? Lezen we binnenkort een Heaney-bundel van Mirck?

Hanz Mirck: “Mijn vorig jaar verschenen bundel ‘Archiefvernietiging’ draagt al sporen van Heaney in zich: hoe hij persoonlijke herinneringen gebruikt, mythologiseert, symbolisch maakt, daar heb ik veel van opgestoken. Ik schreef al steeds persoonlijker maar hij leerde me te durven. Ook zijn humor vond ik inspirerend, hoe hij een kacheldeksel opdraagt aan Auden, en als een kind daar allemaal associaties bij verzint, die toch een culturele achtergrond hebben.”

Eerste indruk van het dichtbundeltje is dat het nogal slordig is.Er staan storende fouten in , bvb. op pag. 30 in het gedicht 'Strotouw' staat er 'koortachtigheid' ipv 'koortsachtigheid. Dat is natuurlijk niet jouw fout, maar het haastwerk van de uitgeverij ondermijnt toch wel jouw oprechte inspanningen. Hoe reageer je daarop?

Hanz Mirck: “Ja, dat vind ik erg jammer. Ik vrees dat er te weinig in de redactie is geïnvesteerd. Ik heb een aantal keren voorgelegd aan de uitgever om deze bundel te vertalen, en steeds hoorde ik niets. Ineens wilden ze het toch, en moest het in drie maanden af. Ik had een fulltimebaan dus dat was ook voor mij een haastklus. Dat zou ik nu nooit meer doen, zodat ik zelf meer tijd kan nemen om het zelf allemaal tien keer na te lopen.”

Vind je dat het mogelijk is dat een jonge dichter als jij met relatief weinig renommee en met een vrij onbekende naam een nobelprijswinnaar van in de 70 vertaalt? Hoe keek je aan tegen zo'n opdracht?

Hanz Mirck: “Ik vond het een grote eer, ook om met Heaney te mailen. Mijn vorige vertalingen kregen goede recensies, dat gaf wel de moed om door te gaan. Bovendien ging het hier om het overbrengen van een bepaalde toon, meer dan intellectuele achtergronden of rijmschema’s, en dat is wel iets wat ik meen te kunnen. Ik heb wel gemerkt dat het een groot prestige heeft, en dat mensen dan snel denken: wie ben jij om dat te doen. Hoge bomen vangen veel wind. Aan de andere kant staan er in de bundel ook diverse gedichten die Heaney vertaald heeft, en die vertalingen zijn eh, nogal losjes. Dus of vertaalkwaliteit echt met een status te maken heeft, vraag ik me af.”

Hoe verhoud je je tot andere Heaney-vertalers, zoals Rouke Broersma?

Hanz Mirck: “Broersma ken ik niet zo goed, wat ik gezien heb, vond ik wel degelijk maar niet zo muzikaal. Iedere vertaler maakt andere keuzes. Peter Nijmeijer is natuurlijk mijn grote voorbeeld, die weet zo veel en brengt Heaney’s werk erg goed over. Ik heb begrepen dat hij niet meer in staat is dit werk te doen en dat is een groot verlies.”

Welke plaats bekleedt 'District and Circle' in het volledig oeuvre van Heaney?

Hanz Mirck: “Dat is een moeilijke vraag - in elk geval is het op dit moment zijn laatste bundel, en wie weet blijft het ook bij deze? Hij is al niet meer erg jong maar nog wel productief. Deze bundel gaat erg over de dood en de onderwereld, dus het is ook een voorbode voor wat komen gaat...”

Tot slot: wat vond je het leukste gedicht om te verlaten? Welk vond je het moeilijkste?

Hanz Mirck: “Het eerste gedicht ‘The turnip-Snedder’ vond ik erg leuk omdat het zo prachtig de toon zet, en die kon ik volgen, overbrengen. ‘In a loaning’, het één na laatste, was erg lastig omdat het een heel erg ingedikte tekst is, die leunt op een gedicht van Keats. Soms zijn gedichten leuk omdat ze een uitdaging vormen voor de vertaler, maar soms leuk omdat ze zo mooi zijn. In het beste geval valt dat samen.”

Seamus Heaney, ‘Regio en Ring’, vertaald door Hanz Mirck, J.M. Meulenhoff, 2010, ISBN 9 789029 081009.

* 'Regio en Ring' van Seamus Heaney vertaald door Hanz Mirck werd intussen door Uitgeverij Meulenhoff uit de handel gehaald.

Wednesday, March 24, 2010

'Vergeten' van Emma Crebolder

[.....]

Dat ik nog nieuwe kiezen laat stansen.
Gaat het, mevrouw? Affirmatief grommen.
Ik dwing mezelf weer aan de deinende
draf van telgangers te denken. En
buikdemhaling toe te passen. Puur
geluk dat mijn clitoris niet geraakt is
toen. Mijn mond ligt nu opengesperd en
tandvlees wordt versneden. Ik bewonder
mijn tong, niet stom onder het mes,
maar schuilsnel en lenig.

uit: '[...] Vergeten' van Emma Crebolder, Nieuw Amsterdam 2010, ISBN 978 90 468 0722 4, pag. 15.

bespreking volgt

Tuesday, March 02, 2010

Interview met Peter W.


Fragmenten uit een interview met Peter W. voor een niet nader bepaald medium.

Peter, je laatste papieren publicatie dateert van november 2008. We zijn nu maart 2010. Waar blijven je poëtische uitspattingen?

De poëzie dient het leven. Niet omgekeerd...

Wat wil je daarmee zeggen?

Poëzie is de plaats in jezelf waar anderen niet bij kunnen komen. Het is er soms eenzaam en donker. Ik heb die plek verlaten.

Waar ben je nu?

Alles spande plots samen om me gelukkig te maken. Het was onontkoombaar. Ik leef waar ik wil leven. Ik ben met de vrouw waar ik bij wil zijn. Ik heb een werk dat me niet al te veel stresseert. Gedichten komen er voorlopig niet meer uit.

En de poëzie dan?

De poëzie is ok! Ik heb een omvangrijk corpus van in totaal 300 à 400 gedichten die ik in enkele jaren bijeenschreef. Dat daar op dit moment niet veel mee gebeurt, is niet erg. Een schrijver moet kunnen stoppen. Het is voorlopig genoeg geweest! De rest is voor zij die na me komen. Ik heb in bijna alle literaire media gepubliceerd. Eén van mijn laatste Nederlandstalige gedichten werd overal gepubliceerd waar ik het aanbood. Wat kun je nog meer verwachten? Ik wou dat proces niet verder uitbuiten. Ik had heus geen zin om in een Groot Gezinsverzenboek terecht te komen...

Volg je de literatuur nog?

Ja, vanop een afstand volg ik alles op de voet... Ik lees heel vreemde dingen. De mercantiele uitgeverij Lannoo heeft Boekerij Meulenhoff overgenomen. De Vlaamse pers juicht dat toe. Maar het is een Pyrrusoverwinning. Lannoo heeft al jaren geen poëzie meer uitgegeven wegens onrendabel. Dat wordt dus een literair bloedbad.

En verder?

Wel, nog zo'n raar bericht: ik las dat Willy Tiberghien nog minstens drie jaar aanblijft als directeur van het Gentse Poëziecentrum. Dat is zeer nefast voor de Vlaamse poëzie. Het betekent dat we nog minstens 3 jaar moeten wachten op hoop, verjonging, evolutie en vernieuwing in de poëzie. De stasis is compleet.

En de jonge dichters in Vlaanderen en Nederland?

Ik lees te weinig lijden in hun poëzie. Ik zie een jong literair koppel dat op het punt staat om te trouwen en dolgelukkig met elkaar omgaat en elkaar letterlijk literair bevrucht. Dat lijdt tot een soort middelmatige Humo-poëzie die me vreemd is. Ze zouden beter ophouden met dichten en zich inspannen om gelukkig te zijn met elkaar in plaats van literatuur te willen schrijven. Zo'n schrijven leidt toch tot niks! Geef mij maar de onmogelijke maar essentiële liefde tussen Paul Celan en Ingeborg Bachmann. Dat is bloed, slijm en tranen.

Zijn er ook lichtpunten?

Jazeker! Ik verheug me erop dat de hoogbejaarde Vlaamse dichter Willy Roggeman de laatste twee jaar weer volop publiceert. Hij staat terug in de belangstelling. Bij Het Balanseer kwamen in een paar jaar tijd drie nieuwe boekjes uit van Roggeman. Dat is misschien een positief neveneffect van de dood van de mediatieke Hugo Claus. Na de dood van Claus is Roggeman eindelijk uit zijn schaduw kunnen treden. Men vindt Roggeman hermetisch en cerebraal. Zijn werk noemt men soms een 'stenen engel'. Ik ben het daar niet mee eens. 'Mythologica - Tien lyrische veren op gedeukte hoed' uit 'De gedichten 1953-2002' vind ik een zeer ontroerende, gevoelige en geraffineerde gedichtenreeks. Hij is de allergrootste. Veel groter dan Claus. Dat zal nog blijken.

Wat brengt de nabije toekomst voor je, Peter?

Literatuur is opboksen tegen de onverschilligheid. Dat leerde ik de laatste 5 jaar. Onverschilligheid is een ziekte in Vlaanderen en Nederland. Het is een vicieuze cirkelredenering. Klaag de onverschilligheid aan, men haalt de schouders op. Als het niet zo triest was, zou ik ermee lachen. Niemand weet nog wat belangrijk is of niet. Je leest elke dag wel dezelfde onzin in de media en op het internet. Als ik reis, heb ik dat gevoel veel minder. Ik concentreer me tegenwoordig liever op het leven tout court. Weet je wat dat betekent, het leven? De literatuur krijgt daar een plaats in, maar niet ten koste van alles...

Waar luister je naar?

Kregelige plaatjes! 'Couture Cosmetique' en 'Means from an end' (die met de beruchte Marx Hegel-Scan 4mm Data Cartridge op de cover) van Terre Thaemlitz uit respectievelijk 1997 en 1998. Ze was haar tijd blijkbaar ver vooruit. Na meer dan 10 jaar voegt cd-rot een extra stoorzender toe aan de maatschappijkritische soundscapes en overpeinzingen van dame Thaemlitz.

Wat lees je nu?

Ik lees Peter Sloterdijk over E.M. Cioran in het nawoord van "Cafard", de prachtige audiouitgave van Supposé met foto's, interviews en persoonlijke documenten van de Roemeense doctor desperationis. Er ist nach Kierkegaard der einzige Denker von Rang, der die Einsicht unwiderruflich gemacht hat, dass keiner nach sicheren Methoden verzweiflen kann.

Monday, March 01, 2010

'Vlaamse uitgevers en hun gevecht tegen de bierkaai' op Rekto:Verso

Met de aankoop van Meulenhoff Boekerij door Lannoo wordt de wens van de Vlaamse uitgeverij om zich met fictie bezig te gaan houden werkelijkheid. Maar volgens de Vlaamse onderzoeker Kevin Absillis is succes bepaald niet verzekerd. Al eeuwen is sprake van een cultureel ‘Vlaams’ stigma. Ook de expansiedrift van De Bezige Bij zou roet in het eten kunnen gooien.

Op 22 januari 2010 onderging de boekenmarkt in de Lage Landen een grondige reorganisatie. Na maandenlange onderhandelingen kochten de Vlaamse uitgeverij Lannoo en de Nederlandse uitgeversgroep WPG de boekendivisie van PCM, die vorig jaar in handen viel van het mediaconcern De Persgroep. De buit werd netjes verdeeld. WPG lijfde A.W. Bruna en Standaard Uitgeverij in, Lannoo annexeerde Meulenhoff Boekerij en Unieboek|Het Spectrum.

artikel door Kevin Absillis, even doorklikken naar www.rektoverso.be