Tuesday, December 14, 2010
Philippe Petit scores 'Henry : The Iron Man'
PHILIPPE PETIT - Scores Henry : The Iron Man
LP Aagoo Records AGO030
for more, see here:
www.aagoo.com
www.myspace.com/philippepetit
Sunday, December 12, 2010
Year Overview 2010 : literature
http://www.apache.be/2010/10/de-gezwinde-overgang-van-fascisme-naar-communisme/
Alain Finkielkraut, 'Een intelligent hart', Uitgeverij Contact, ISBN 978 90 254 3465 6.
http://www.cuttingedge.be/books/reviews/246548-intelligent-hart
'Voer voor negationisten', over 'Een van de laatsten – Het unieke ooggetuigeverslag van een overlevende van Treblinka' van Chil Rajchman, Meulenhoff, 2010, ISBN: 978 90 290 8507 6.
http://www.apache.be/2010/08/voer-voor-negationisten/
Heimrad Bäcker, ‘Nachschrift 1 + 2’, Literaturverlag Droschl, Edition Neue Texte, Graz-Wien 1993/1997.
http://www.rektoverso.be/nummers/920-nr-42-juli-augustus-2010/1467-de-wrede-paradox-van-de-holocaust-nachschrift-1-2-van-heimrad-baecker
Paul Celan & Ingeborg Bachmann, 'Een dramatische liefde - Briefwisseling Ingeborg Bachmann-Paul Celan', vertaald door Paul Beers, Meulenhoff/Persona, 2010, ISBN: 9 789029 084789.
http://www.cuttingedge.be/books/reviews/235052-dramatische-liefde-briefwisseling-ingeborg-bachmann-paul-celan
Jotie T'Hooft, 'Verzameld werk', Meulenhoff/Manteau, 2010, ISBN 978 90 8542 181 8.
http://www.cuttingedge.be/books/reviews/234710-verzameld-werk
An Paenhuysen, 'De nieuwe wereld - De wonderjaren van de Belgische avant-garde', Meulenhoff/Manteau, 2010, ISBN: 978 90 8542 2211.
http://www.cuttingedge.be/books/reviews/236363-nieuwe-wereld-de-wonderjaren-van-de-belgische-avant-garde-1918-1939-
Willy Roggeman, 'Practicum of het steriele schrijven', Willy Roggeman, Het Balanseer, Aalst 2009, ISBN: 978 90 79202 04 1.
http://www.cuttingedge.be/books/reviews/239104-practicum-of-het-steriele-schrijven
Sven Vitse, ‘Tekstbestanden’, Het Balanseer, 2010, ISBN 978 90 79202 05 8.
http://www.cuttingedge.be/pages/3751-over-tekstbestanden-interview-met-sven-vitse
Year Overview 2010 : music
http://www.apache.be/2010/11/sohrab-een-iraanse-muzikant-op-de-vlucht/
http://www.cuttingedge.be/pages/3819-sohrab-interview-iraans-experiment-in-berlijn
Zeitkratzer - Alvin Lucier [old school] - Zeitkratzer Records, zkr011, www.zeitkratzer.de
Zeitkratzer - Whitehouse [electronics] - Zeitkratzer Records, zkr007, www.zeitkratzer.de
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/259803-zeitkratzer-alvin-lucier-old-school-
Swans - 'My father will guide me up a rope to the sky' - Young God Records, http://younggodrecords.com/
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/253599-swans-my-father-will-guide-me-up-a-rope-to-the-sky-
Richard Pinhas - 'Metal/Crystal' - Cuneiform Records, www.cuneiformrecords.com
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/248841-richard-pinhas-metal-crystal-
David Sylvian - 'Sleepwalkers' - Samadhi Sound, www.samadhisound.com
http://www.cuttingedge.nl/music/reviews/250114-david-sylvian-sleepwalkers-
Cindytalk - 'The poetry of decay' - Editions Mego, www.editionsmego.com
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/244228-cindytalk-up-here-in-the-clouds-
Solar Bears - 'She was coloured in' - Planet Mu Records, www.planet.mu
http://www.cuttingedge.nl/music/reviews/245626-solar-bears-she-was-coloured-in-
Jana Winderen - 'Energy field' - [Touch # TO:73], www.touchmusic.org.uk
http://www.cuttingedge.be/pages/3629-muziek-en-ecologie-interview-met-jana-winderen
Sistol - 'On the bright side' - Halo Cyan, www.halocyan.com
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/242119-sistol-on-the-bright-side-
Taylor Deupree - 'Shoals' - 12K, www.12k.com
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/237226-taylor-deupree-shoals-
Oneohtrix Point Never - 'Returnal' - Editions Mego, www.editionsmego.com
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/235677-oneohtrix-point-never-returnal-
Emeralds - 'Does it look like i'm here' - Editions Mego, www.editionsmego.com
http://www.cuttingedge.be/column/3517-de-kroonjuwelen-van-amerika-over-does-it-look-like-i-m-here-van-emeralds
Brendan Perry - 'Ark' - Cooking Vinyl Records
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/235689-brendan-perry-ark-
Dalglish – 'Ideom' – Record Label Records, www.recordlabelrecords.org
http://www.rektoverso.be/nummers/918-nr-40-maart-april-2010?layout=blog
Saturday, December 04, 2010
Alain Bashung - ‘Osez Bashung'
Makkelijk is een overzicht van de carrière van Bashung niet. Wars van goedkoop succes verkende hij dertig jaar lang alle hoeken van het Franse chanson: van de mockdisco van ‘What’s in a bird’ tot de rammelende bluesversie van Brels ‘Avec le temps’. Maar we herinneren hem vooral als de in zwart leer gehulde rocker, die gedurende meer dan twee uur de Parijse Olympia in de ban hield, zoals te zien is op ‘Confessions publiques’ uit 2002. De rocker die iets te ruig en te tegendraads was om de massa te bekoren, maar die als sentimentele publiekstoegift ‘Nights in wite satin’ en ‘Les amants d’un jour’ van Edith Piaf croonde.
‘Osez Bashung’ slaagt er niet in om die man te duiden. De compilatie bestaat uit twee delen. Op de eerste cd staan bekende nummers van diverse tijdsperiodes kriskras dooreen. De samenstellers vergaten dat de zanger die in ’81 ‘Gaby oh Gaby’ de hitlijsten inzong, niet dezelfde is dan die in 2002 het complexe ‘Faites monter’ opnam. We missen een duidelijke chronologie en linernotes die een toelichting geven over het hoe en waarom van de nummers. Weinig verrassingen hier, wel een willekeurige selectie nummers uit ‘Fantaisie militaire’, ‘L’imprudence’ en een ripoff van ‘Bleu pétrole’ (vijf!).
De tweede cd bevat interpretaties van standards en maakt duidelijk dat Bashung worstelde met zijn plek in het muzieklandschap. Zijn versie van ‘Le sud’ van Nino Ferrer is te vlak. Wel doorvoeld zijn ‘Le tango funèbre’ van Brel, ‘Bruxelles’ van Dick Annegarn, een briljante adaptatie van ‘Les mots bleus’ van Christophe en de Gainsbourg-imitatie ‘L’homme à tête de chou’. Als graaibox kan ‘Osez Bashung’ dienen, maar er bestaan betere overzichten van ’s mans loopbaan. Een simpele zoektocht via Google volstaat.
recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/263115-alain-bashung-osez-bashung-
Alain Bashung, 'Osez Bashung', Barclay, 2010.
Noot: Een betere comp is 'Les 50 plus belles chansons' van Bashung, verschenen in maart 2009. Drie cds voor slechts 20€ met alle essentïële nummers, waaronder 'Happe', 'Elvire', 'Toujours sur la ligne blanche', 'Alcaline', 'Rebel' en vele anderen.
Saturday, November 20, 2010
Francisco López, 'köllt/kulu'
Eén van de indrukwekkendste lappen noise van de voorbije jaren was ‘Whint’ van de Pool Zbigniew Karkowski en de Spanjaard Francisco López. ‘Whint’ is een samenvoeging van ‘wind’ en ‘white noise’: een enorme brok gedruis die zelfs onze kat de sofa uit- en de tuin injoeg. Onze brave maar slimme kater verroerde geen spier toen we de meest onmogelijke experimenten beluisterden, maar hield ons nauwlettend in het oog toen de transparante cd naar de lader verhuisde. López vergroot minimale natuurgeluiden alsof er op elk moment een aardkatastroof kan losbarsten. Geen wonder dat onze viervoetige huisgenoten hun heil zochten in de rustiger, echte natuur.
López heeft een eigengereide loopbaan om u tegen te zeggen. Schier onmogelijk om de stroom aan producties bij te houden. De meesten verschijnen op obscure muzieklabels en met karige informatie. Op ‘Wasps’ werkte hij met het microscopische geluid van wespen. Op het Spaanse label met de Duitse naam Störung verscheen zopas een van zijn meest ambitieuze projecten. ‘köllt/kulu’ bevat een audio-cd en een dvd met beeldmateriaal. Kulu is een term van de Australische Aboriginals om ‘zaad’ aan te duiden. Minieme geluidsfragmenten - geluidszaadjes - ontwikkelen zich gaandeweg tot een zeer verscheiden geluidspalet.
‘köllt/kulu’ verschilt niet veel van de overige cd’s van López. De grote wijziging is dat er nu ook beelden horen bij de sounds. Het minimalistische geluidsbeeld dat hij voor ons creëert, maakt af en toe plaats voor structuren die lijken te zullen evolueren naar een soort prototechno. Dat is vooral zo tijdens de eerste minuten van ‘köllt’ waar je getrakteerd wordt op enkele sonische explosies. Op het einde van ‘kulu’ dansen de geluiden zo geordend tegen elkaar op dat je hier bijna kan spreken van een compositie.
Op de dvd-versie van het ultraminimalistische ‘köllt’ zien we hoe rijen mieren zich verdringen voor een nestingang. Op ‘kulu’ wisselen schaarse, kleurrijke beelden af met een volledig zwart scherm. De geluiden duiken asynchroon op met de beelden wat een heel raar effect geeft. Af en toe betrapten we er ons zelfs op dat we geruime tijd zaten te luisteren naar stilte terwijl we ook nog eens keken naar een leeg scherm. En dat duurt zo minuten lang. Maar dat is López. Hij vereist een andere manier van kijken en luisteren, die niet iedereen leuk zal vinden. Het luxueus uitgegeven ‘köllt/kulu’ is in elk geval zijn meest prestigieuze project tot nu toe en misschien de opening naar een nieuw luister- en kijkbereid publiek.
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/256069-francisco-l-pez-k-llt-kulu-
Saturday, November 13, 2010
Sohrab: Iraanse experimentele muzikant op de vlucht
Een Iraanse muzikant die een uitstekend album uitbrengt op het ultrahippe Londense muzieklabel Touch? Dat is natuurlijk groot nieuws! Sohrab is het pseudoniem van Sohrab Karimi Asli uit Teheran. Nieuwsgierig als we zijn, gingen we meteen op zoek naar de man. We vonden hem in Berlijn, terwijl deportatie als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hing. Vanuit zijn tijdelijke Duitse verblijfplaats kregen we volgend alarmerend bericht: “Ik moet je helaas melden dat ik op dit moment dreig gedeporteerd te worden uit Europa. Als je binnenkort niks meer van me hoort, dan zit ik in een Duitse deportatiegevangenis. Ik hoop dat het niet gebeurt en dat we in contact kunnen blijven…” Een paar dagen later hingen we aan de chat met de bewuste Sohrab.
PW: Sohrab, je muzikale loopbaan startte in Teheran met een punkband? Hoe kreeg je dat voor elkaar? Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Sohrab: 'We richtten de band acht jaar geleden op. Ik speelde drums en mijn broer basgitaar. De band bestond ongeveer twee jaar.'
PW: Oké, zeer ongewoon in Iran. Welke waren jullie invloeden?
S.: 'Er was toen een hausse aan undergroundgroepen in Teheran. Wij waren de enigen die punkrock speelden. Het maakte voor mij niet uit of het punkrock was of iets anders. Gewoon het gevoel om muziek te kunnen spelen. We speelden covers van Ramones, Nofx, Dead Kennedys. We slaagden er na twee jaar in om één show te organiseren in ons huis. Dat was de enige plek waar we konden optreden en onze vrienden konden ontmoeten. Er kwamen ongeveer vijftig à zestig mensen op af.'
PW: Maar hoe kwam je aan al die albums die je opnoemt?
S.: 'Hmm… In Iran is er een omvangrijke zwarte markt voor films, muziek en voor illegale culturele zaken. Die kocht je zoals je alcohol of drugs koopt. Maar het is niet zo gevaarlijk. We speelden ook onze eigen songs. Eén van onze nummers kwam terecht op een lp die we nooit onder ogen kregen op een Frans onafhankelijk platenlabel. Er was een ngo, die verbonden was met een Europese organisatie, die een underground muziekcompetitie organiseerde. We registreerden ons online. Ze gaven elke band enkele uren studiotijd om een nummer op te nemen. Toevallig kwamen we later te weten dat de ngo de rechten had op ons.'
PW: Een paar jaar geleden werd hier een doc getoond over een heavy metalband die heel hard moest knokken om in Iran te overleven en die ervan droomde om naar de VS te vertrekken.
S.: 'Ja, ja… Ik ken hen! Toen we punkrock speelden, was de rest meer geïnteresseerd in heavy metal. Tegenwoordig vind je veel undergroundbands die indierock spelen. De rest van onze band is nu in Amerika. Ze heten nu Hypernova en ik geloof dat ze het daar heel goed doen. Ik ben eruit gestapt omdat de druk veel te groot werd. We waren de hele tijd aan het repeteren zonder enige kans om op te treden. De politie viel binnen tijdens onze eerste optreden. Het was allemaal zo ontgoochelend. Ik begon elektronische muziek te maken met mijn computer en met mijn koptelefoon. Zo had ik geen problemen meer om een repetitieruimte te vinden.'
PW: Wanneer besliste je om Iran te verlaten?
S.: 'In Iran moeten jongens een militaire dienst doen van twee jaar om een paspoort te kunnen krijgen. Zonder kun je niet trouwen en geen werk krijgen. Voor elke Iraanse jongen is dat een nachtmerrie. Ze proberen er altijd tussenuit te knijpen. Toen ik 22 werd, ging ik op dieet gedurende twee maanden. Ik verloor 15 kg. Ik woog nog 52 kg. Aangezien ik relatief groot ben, 1,90 m, kreeg ik een medische vrijstelling. Sommigen gaan nog verder. Ze snijden een paar vingers of tenen af om niet in het leger te moeten. Ik kreeg een vrijstelling én een paspoort. Ik wilde ontsnappen aan de druk. Toen ik 23 was, kreeg ik een studentenvisum voor Nieuw-Zeeland voor anderhalf jaar. Ik studeerde een half jaar in Wellington. Nadien kon ik een werkvergunning krijgen om in Nieuw-Zeeland te blijven. Maar toen de situatie in Iran verbeterde, besliste ik om terug te gaan, zonder te beseffen dat het daar van kwaad naar erger zou gaan … Toen ik terugkeerde naar Iran waren er net verkiezingen. Het zag er echt goed uit. We waren zeker dat we een betere president zouden krijgen en dat er hervormingen in de lucht hingen zoals ten tijde van president Khatami. Maar na Khatami ging alles weer achteruit.'
PW: Was je betrokken bij de onlusten van eind vorig jaar?
S.: 'Ja, lange tijd zag het er naar uit dat er niks zou veranderen in Iran. Nu is er tenminste wat hoop. De meerderheid van de Iraniërs is tegen het huidige regime. Ik werd gearresteerd en bracht vorig jaar in november acht dagen en zeven nachten door in de gevangenis. Ik had geluk dat ik vrij snel weer vrijgelaten werd. Ik voelde altijd een grote afstand tussen mij en de gemeenschap waarin ik leefde. Ik had maar één vriend in mijn stad. Ik ben nu sinds enkele maanden in Berlijn en ik heb al meer vrienden dan in mijn hele leven in Teheran.”
PW: Hoe was het om in Iran in de gevangenis te zitten?
S.: 'Hmm… Het was de vreemdste periode van mijn leven. Toen bleef er nog hoop over dat het volk de revolutie zou afmaken maar als ik nu terugkijk en erover nadenk…. Ik herinner me dat het een vreselijke ervaring was. Ik kon mijn moeder niet contacteren. Ik maakte me echt zorgen om haar omdat zij bij elke manifestatie in Teheran altijd op de eerste rij staat. Ik maakte me grote zorgen om haar welzijn! Mijn vader gaf me een boel shit. Dat ik 26 was en nog niks bereikt had in mijn leven. Net op dat moment kreeg ik een contract opgestuurd van Touch. Ik kreeg wat hoop dat ik die droom kon volgen. Toen hij hoorde dat het over muziek ging, gaf hij me dezelfde shit. Mijn moeder steunde me altijd. Daarom heb ik het laatste nummer op de lp naar haar vernoemd, het nummer heet ‘Zarrin’...'
PW: Hoe ben je in contact gekomen met het Londense Touch-label?
S.: 'In Nieuw-Zeeland zag ik een optreden van Rosy Parlane. Ik vond het fantastisch. Ik ken hem niet persoonlijk, maar de naam bleef wel hangen. Toen ik vorig jaar terug was in Teheran en gedurende zes uur per dag muziek opnam, stuurde ik twee tracks naar Parlanes label Touch. Mike van Touch antwoordde me vrijwel onmiddellijk. Het was precies een droom die in vervulling ging. Hij vroeg me om een opname te doen voor hun radioserie. Ik was vereerd om gevraagd te worden door zo’n gerespecteerd label!'
PW: Er is iets vreemd aan de hand met ‘Live in Teheran’. Er komen gesproken fragmenten voor in het Russisch.
S.: 'Ik was een paar keer in Rusland. Met een Iraans paspoort is het relatief makkelijk om naar Rusland te reizen. Ik werd uitgenodigd naar een archeologiekamp dat georganiseerd werd door de universiteit van Lipetsk ten zuiden van Moskou. Ik leerde daar een meisje kennen. Er groeide iets emotioneels. Ze sprak geen Engels. Ik sprak geen Russisch. De titel van de opname is ‘Tanyahi’. Dat betekent ‘eenzaamheid’. De stem is van dat meisje.'
PW: Hoe ben je uit Iran weggeraakt?
S.: 'In het licht van mijn situatie hier op dit ogenblik kan ik niet op die vraag antwoorden. Ik kan je wel zeggen dat ik aan niks anders dacht dan aan weggaan en ergens te gaan leven waar ik me beter zou voelen. Zelfs als het maar voor een korte tijd was.'
PW: Trok je onmiddellijk naar Berlijn?
S.: 'Ja, omdat ik daar wat muziekvrienden had. Ik heb hier zoveel mensen om me heen die ik vrienden kan noemen. Ik kan hen zien. Ik kan met ze spreken. That’s really amazing!'
PW: Wat gebeurt er als ze je deporteren?
S.: 'Ze duwen me in een vliegtuig richting Teheran en ik denk dat ik dan voor een lange tijd niet meer naar Europa mag. Het doet me pijn als ik er nog maar aan denk. Ik kan me absoluut niet voorstellen dat ik terug moet naar een leven zonder hoop op geluk of de mogelijkheid om een normaal leven te leiden. Ik zal altijd muziek blijven maken, zelfs wanneer ik terug compleet geïsoleerd ben in Teheran en geen optredens meer kan doen. Ik noem mezelf eigenlijk geen muzikant. Muziek is voor mij gewoon de beste manier om mijn gevoelens te tonen aan anderen.'
PW: Over je plaat ‘A hidden place’: we horen opnieuw wat Russisch, we horen een haan kraaien en mensen roepen in een vreemde taal.
S.: 'Het Russisch hier is een sample uit de film 'Andrei Rublev' van Andrei Tarkovsky. Op de ommezijde hoor je mensen naar elkaar roepen in het Farsi in een dorp ergens in het noorden van Iran, het groenste deel van Iran vlakbij de Kaspische Zee. Ze roepen naar elkaar om elkaar te vinden in de jungle. De bossen zijn er zeer mistig en donker en lang geleden gebruikte men dergelijke uitroepen om elkaar makkelijker terug te kunnen vinden.'
PW: Dat lijkt me een zeer goede metafoor voor jouw situatie, Sohrab. We wensen je veel succes met je album.
artikel verscheen op www.apache.be en http://www.cuttingedge.be/pages/3819-sohrab-interview-iraans-experiment-in-berlijn
Sohrab - ‘A hidden place’, [Touch # Tone 42], http://www.touchmusic.org.uk/sohrab/
Thursday, November 11, 2010
Piiptsjilling - 'Wurdskrieme'
On their second full-length, supergroup Piiptsjilling set out to both deepen and roughen up the pastoral and peaceful sound of their 2008 debut release. A coherent unit formed by guitar & poetry duo Jan and Romke Kleefstra as well as Machinefabriek’s Ruther Zuydervelt and Soccer Committee’s Mariska Baars, the band delineate increasingly dark lyrical textures resonating with nocturnal atmospheres and tactile sound-operations on guitar, pedals and various looping devices. Building on patient and immersive improvisations and working with both sonorous drones and ghostly micronoises, “Wurdskrieme”, which translates to “Cry of Words”, moves at a dream-pace, substituting linear logic with a brushwood of metaphors and emotional abstractions. The underlying feeling of a subcutaneous tension is further accentuated by Jan Kleefstra’s expressionist poetry delivered in the language of his native Friesland, a province in the far North of the Netherlands. Contrasting serene soundscapes like opener “Unkrud” with more tranquil moments featuring acoustic instrumentation (“Wurch”), the result spans up a sonic space that not only represents an evolution from their earlier work, but also takes them far beyond traditional categories and conventions.
CD/LP Experimedia EXPLP013, Release date: December 13
www.experimedia.net
review door Pieter Devriese op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/260469-piiptsjilling-wurdskrieme-
Cindytalk - 'The poetry of decay'
http://www.editionsmego.com/
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/244228-cindytalk-up-here-in-the-clouds-
Sunday, November 07, 2010
Zeitkratzer - Alvin Lucier [old school]
Klassieke Whitehouse & radicale Lucier
Hoe ver kun je gaan met een klassiek ensemble? In 2002 schudde het Duitse collectief Zeitkratzer de vastgeroeste muziekwereld dooreen met een adaptatie van het gewraakte noiseproject ‘Metal machine music’ van Lou Reed. Op ‘Whitehouse [electronics]’ nemen ze de groep van noisepionier William Bennett onder handen. Zeitkratzer spitst zich vooral toe op diens latere periode, waarin hij invloeden raapte uit extreme african music. De cd zit vol grimmige details en merkwaardige subtiliteiten die het geheel verder voeren dan pure noise. Let vooral op de percussie en de te gekke blazers in ‘Munkisi munkondi’ en de double bass in ‘Scapegoat’. Bondig, retestrak en messcherp. Beter kunnen we ‘Whitehouse [electronics]’ van Zeitkratzer niet omschrijven.
Alvin Lucier is een grote invloed voor Whitehouse. Naast uitvoeringen van werk van beeldenstormers zoals Bennett houden Reinhold Friedl en zijn companen zich ook bezig met versies van hedendaagse klassieke muziek. In de [old school]-reeks verschenen albums met werk van Tenney en Cage. Binnenkort is Morton Feldman aan de beurt. In afwachting doen we het hier met de minimalist Lucier, een Amerikaanse componist die op een bijna wetenschappelijke manier de mogelijkheden van de akoestische ruimte onderzoekt. Hij schrijft geen partituren maar geeft de muzikanten richtlijnen, waarmee ze aan de slag kunnen gaan. Dit klinkt zwaar, maar het ludieke element in het werk van Lucier overheerst. Hij speelt met ruimte en geluid.
Zeitkratzer leidt ons de wondere wereld van Lucier in met het stuk voor piano, viool en cello, ‘Fideliotrio’. Gedurende twaalf minuten wordt één enkele pianoklank aangehouden terwijl glissandi van viool en cello er zich tegendraads tegenaan schuren. Voor ‘Music for piano with magnetic strings’ zijn de instructies nog soberder. De muzikanten spannen vijf snaren over de snarenbak van een piano. Omgevingsgeluiden mogen, maar hoeven niet. Toch is dit een indrukwekkende ‘compositie’. Na een vijftal stille minuten nemen de boven- en overtonen het over. Je weet niet wat je hoort wanneer de geluidsmassa zich van alle kanten tegelijk in je hoofd boort.
Lucier is het meest bekend voor zijn minimalistische triangelsymfonie ‘Silver streetcar for the orchestra’ en voor zijn opera met objecten. De versies van Zeitkratzer zijn mooi uitgegeven, vlekkeloos uitgevoerd en ook voor leken zeer genietbaar. In een zeer schraal eindejaar qua releases eindigen zowel ‘Whitehouse [electronics]’ als ‘Alvin Lucier [old school]’ van Zeitkratzer zeer hoog op onze wenslijstjes.
Zeitkratzer - Alvin Lucier [old school] verschijnt op 26 november, Zeitkratzer Records, zkr011, www.zeitkratzer.de
Inca Babies - 'Death message blues'
volledige recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/256744-inca-babies-death-message-blues-
Saturday, November 06, 2010
Neurosis - 'Crawl back in'
Neurosis: Crawl Back In from Chad Rullman on Vimeo.
review van Neurosis - 'Live at Roadburn 2007' op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/257696-neurosis-live-at-roadburn-2007-Gefnuikte ambities - Over 'Feestelijk zweet' van Ruth Lasters
Er zijn twee verhaallijnen. Igor is een gescheiden man met een dochter die in Moskou studeert en die in zijn jaszak altijd een boek van Tolstoj meedraagt. Hij had ooit een affaire met Hatice, maar die relatie werd afgebroken omdat hij niet kon kiezen tussen haar liefde en die van zijn vrouw. Na zijn scheiding krijgt hij terminale kanker. Mestcellen, noemt hij ze. Op het einde van zijn onbeduidende leven wil hij nog iets groots realiseren. Hij beslist zijn nalatenschap te verdelen onder zijn buren. Ook wil hij de verkiezingscampagne van de rechtse kandidaat Ediz Trovin, op wie hij als twee druppels lijkt, dwarsbomen via chantage en zo de linkse kandidaat aan de macht helpen. Meria, het tweede hoofdpersonage, zit om onduidelijke redenen een gevangenisstraf uit met enkele andere vrouwen, terwijl buiten klimaatterroristen de macht grijpen.
‘Feestelijk zweet’ is een stroef boek dat pas herademt na het vijfde hoofdstuk. Meria wordt uit de nor ontslagen en de gulle Igor verlaat zijn flat om zijn buren te bezoeken. De actie speelt zich af in een niet nader bepaalde ex-Sovjetrepubliek in de buurt van Oezbekistan. Waarom Lasters het boek net daar situeert, wordt niet helemaal duidelijk. Het had evengoed Erpe-Mere kunnen zijn. Buiten enkele terloopse verwijzingen worden we niks wijzer. Ook met het tijdsverloop loopt het grondig fout. Eerst situeert ze het boek tien jaar na de dood van Michael Jackson in een periode waarin klimaatactivisten het voor het zeggen hebben, maar enkele hoofdstukken later lezen we dat het verhaal zich afspeelt twee jaar na Gorbatsjov. An sich is het thema van de klimaatwijziging een zeer interessant gegeven dat verwachtingen wekt. Lasters doet er echter weinig mee. In de plaats daarvan spitst ze zich toe op de ‘psychologie’ van haar personages.
‘Feestelijk zweet’ eindigt met een wervelende scène wanneer Igor op zoek gaat naar zijn Hatice in de crèche van haar vriendin Meria. Er schort iets met de structuur van het boek. De overgang van gevangenis naar crèche verloopt zo onhandig dat het ongeloofwaardig is. De door pillen verdoofde Igor gaat op stap met een kind, belandt op een dak en laat de peuter per ongeluk vallen. Daarop strompelt hij naar huis en sterft diezelfde avond. Meria wordt als schuldige aangeduid voor de dood van het kind en belandt opnieuw in de gevangenis.
We begrijpen niet waarom Lasters bepaalde scènes herhaalt: vanuit het standpunt van Igor en van Meria vertelt ze tweemaal hetzelfde verhaal. Het draagt niks bij tot het boek, dat de helft korter had gekund. Zo wordt het adagio van de roman – het zich vastklampen aan ambities, tegen wil en dank – ongewild een valstrik en een selffulfilling prophecy. Lasters heeft al bewezen dat ze kan schrijven, maar met deze roman greep ze te hoog. Op zo’n niveau kan ze haar ambities niet realiseren. ‘Feestelijk zweet’ is een jammerlijke miskleun.
'Feestelijk zweet', Ruth Lasters, Meulenhoff/Manteau, 2010, ISBN: 978 90 8542 169 6.
review op http://www.cuttingedge.be/books/reviews/259097-feestelijk-zweet
Thursday, October 28, 2010
Robert Wyatt/Gilad Atzmon/Ros Stephen - 'For the ghosts within'
review op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/255899-wyatt-atzmon-stephen-for-the-ghosts-within-
Tuesday, October 26, 2010
Van Keys tot Vaessens - Over 'Waar is het drama?' van Huub Beurskens
Huub Beurskens, 'Waar is het drama?', Meulenhoff 2010, ISBN 978 90 290 8596 0.
volledige recensie volgt binnenkort
Sunday, October 24, 2010
Brian Eno - ‘Small craft on a milk sea'
volledige recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/253662-brian-eno-small-craft-on-a-milk-sea-
Swans - ‘My father will guide me up a rope to the sky’
volledige recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/253599-swans-my-father-will-guide-me-up-a-rope-to-the-sky-
Sunday, October 17, 2010
Kijken in een spiegel - over 'Voorwaarts en vergeten' van Liesbeth van de Grift
Liesbeth van de Grift, ‘Voorwaarts en vergeten – De overgang van fascisme naar communisme in Oost-Europa, 1944-1948’, Ambo , Amsterdam 2010, ISBN 978 90 263 2280 8.
volledig artikel op http://www.apache.be/2010/10/de-gezwinde-overgang-van-fascisme-naar-communisme/
Tuesday, October 12, 2010
Derrida is Derrida - Over 'Tekstbestanden' van Sven Vitse
De Oostendenaar Sven Vitse is de coming man van de Nederlandstalige essayisten. Sinds enkele jaren publiceert hij essays en artikels in de meest verscheiden literaire tijdschriften. Die ‘tekstbestanden’ zijn nu gebundeld in een mooie uitgave van de kleine Aalsterse uitgeverij Het Balanseer. De essays zijn erudiet en spitant en gaan de controverses niet uit de weg. De teksten zijn opgedeeld in vier afdelingen. In het eerste deel bundelt Vitse enkele bedenkingen over het postmodernisme. Het tweede deel behoort aan auteurs van het ‘andere proza’, zoals Robberechts, Vogelaar, Roggeman en Krijgelmans. In het derde deel neemt hij kritische artikels op over ‘veelgelezen romans’. Het vierde deel is veruit het interessantste: de essays over Lucas Hüsgen en Marie Kessels zijn persoonlijk, gevat en ook voor oningewijden zeer leesbaar.
Peter Wullen: Sven, wat versta je precies onder ‘literair populisme’?
Sven Vitse: In mijn stuk over De Winter hanteer ik (impliciet) de volgende werkdefinitie: de constructie van een populistische discours in en door middel van een literair werk. Er is volgens die omschrijving sprake van literair populisme wanneer een literair werk bijdraagt aan de constructie van een antagonisme tussen 'wij' en 'zij', tussen een vermeende volkseenheid en een vermeende bedreiging voor die eenheid. De roman van De Winter geeft aan dat antagonisme een culturele invulling: 'zij' (de Palestijnen en bij uitbreiding moslims) hebben een manier van leven die onverzoenbaar is met die van 'ons' (de Israëli en bij uitbreiding West-Europa en de VS). De politieke, historische en sociaal-economische aspecten van een concreet conflict worden uitgevlakt ten gunste van een abstracte culturele tegenstelling tussen 'het eigene' en 'het andere'.
PW: Wat ik soms mis in je tekstbestanden is een definitieve conclusie. Je bouwt een redenering op en dan - baf - stopt het abrupt ... Alsof je bang bent voor de gevolgen van je eigen redeneringen. Misschien hanteer je die werkwijze wel met opzet of misschien ligt het aan de beperktheid in ruimte en tijd van de media waarin je je stukken publiceerde? Ik mis een 'kritisch programma', zoals je zelf in de inleiding trouwens aangeeft.
Vitse: Ik begrijp wel wat je bedoelt, definitieve conclusies trekken ligt niet echt in mijn aard als essayist. Misschien komt dat doordat ik mij in de ruimte tussen essayistiek, literaire kritiek en literatuurwetenschap begeef in ‘Tekstbestanden’. Ik hou er meer van om teksten te analyseren, te vergelijken, te verhelderen, kwesties te duiden etc. en bij kritische stukken het oordeel te verwerken in de analyse en zichtbaar te maken in de stijl en in de toon. De lezer moet zelf zijn conclusies trekken en hopelijk heb ik hem of haar daarvoor dan enige hulpmiddelen aangereikt. Ik denk overigens dat het oordeel of de conclusie in de stukken over Brijs, Mortier en De Winter wél helder is (ook al is dat oordeel niet per se vanuit een strak afgelijnd programma tot stand gekomen). De stukken in de eerste twee afdelingen hebben dan weer geen (be)oordelende bedoeling. In de vierde afdeling varieert dat nogal.
PW: De vergelijking die je maakt tussen ‘Het derde huwelijk’ van Tom Lanoye met 'Het achtenveertigste uur' van Nicolaas Matsier is zeer interessant. Matsier vind ik persoonlijk boeiender omdat hij zich echt in het onderwerp inleeft, Lanoye verwijt ik een gebrek aan inlevingsvermogen: zijn houterig boek lijkt eerder op een constructie van een realiteit.
Vitse: Ik denk dat er hier wel degelijk sprake is van een conclusie, zeker wat betreft Lanoye, namelijk dat ik aangeef (misschien in de vorm van een vraag) dat de retorische constructie niet volstaat om 'voorbij de ironie' en 'voorbij de kitsch' te komen. Impliciet, misschien té impliciet, zeg ik daar volgens mij (maar daar hoef jij het natuurlijk niet mee eens te zijn) dat Lanoye 'proza in blik' schrijft, gekunsteld en bij momenten kitscherig.
PW: De essays hinken soms op twee benen: enerzijds heb je minder bekende en onderschatte schrijvers zoals Willy Roggeman, Jacq Vogelaar, C.C. Krijgelmans ... Anderzijds schrijf je over Brijs, Mortier, Lanoye: de absolute middenmoot.
Vitse: Natuurlijk moet je Brijs e tutti quanti niet gaan lezen. Maar als criticus, vind ik, moet je af en toe uitleggen waarom die boeken de moeite van het lezen NIET waard zijn. Daar dient literaire kritiek óók voor, toch? Ik wil hieraan toevoegen dat Lanoye in mijn ogen wel lezenswaardig is, in elk geval meer dan de andere geciteerde namen.
PW: Bij lezing van je boeiende essay over literair populisme stelde ik me de vraag waarom je de theoretische uiteeenzetting zo apart plaatst van de uiteindelijke case, namelijk het boek ‘Het recht op terugkeer’ van Leon De Winter, waarop je je theorie toepast. Was het niet beter om die twee op één of andere manier ineen te vlechten of in één tekst op elkaar toe te passen? Geoefende lezers zullen geen moeite hebben met die werkwijze, maar ongeoefende lezers zullen de twee hoofdstukken niet met elkaar kunnen verbinden. Het lijkt alsof je twee aparte artikels leest.
Vitse: Andermaal begrijp ik je bezwaar - het verband is er maar wordt niet echt expliciet gemaakt. Toch een paar kanttekeningen: het stuk over De Winter is geen toepassing van het eerste deel van het artikel, veeleer een verderzetting met andere middelen. Ik voeg iets toe aan de analyse van het populisme van Van Reybrouck, namelijk kijken hoe een roman aan het populistische vertoog bijdraagt. In een wetenschappelijk artikel zou ik eerst een 'theoretisch kader' schetsen en dat toepassen op de roman. Doe ik inderdaad niet echt, of toch veeleer impliciet. De geoefende lezer zal misschien het volgende verband opmerken: eigenlijk hebben Van Reybrouck en De Winter met elkaar gemeen dat ze een probleem of conflict 'culturaliseren'. Dat is in het geval van De Winter een duidelijk populistische strategie gericht op een wij/zij polarisering, bij Van Reybrouck is het van een andere orde, maar evenmin onschuldig. Tenminste, dat vind ik.
PW: De vergelijking tussen de poëtica van dichter/musicus Willy Roggeman en musicus Morton Feldman is bijzonder gewaagd. Feldman is ‘old school’ maar op één of andere manier toch weer heel erg in. Zonet verschenen twee cd's van de klassieke beeldenstormers Zeitkratzer: één met interpretaties van Whitehouse (industrial, noise, electronic,...) en één met interpretaties van Alvin Lucier. Maar nu komt het goede nieuws: begin volgend jaar verschijnt een cd van Zeitkratzer met nieuwe interpretaties van Morton Feldman.
Vitse: Bedankt voor de tips! Ik heb van Zeitkratzer de bewerking van Metal Machine Music, maar de cd's die jij noemt, wil ik zeker ook …
Tekst: Peter Wullen
Sven Vitse, ‘Tekstbestanden’, Het Balanseer, 2010, ISBN 978 90 79202 05 8.
interview werd hier gepubliceerd: http://www.cuttingedge.be/pages/3751-over-tekstbestanden-interview-met-sven-vitse
Saturday, October 02, 2010
Richard Pinhas - 'Metal/Crystal'
De dubbelaar ‘Metal/Crystal’ is opgenomen ‘during the two worst years of my life’, zoals Pinhas het zelf verwoordt in de liner notes. Na hun breuk zag hij zijn vriendin krankzinnig worden om tenslotte zelfmoord te plegen. Later stierf zijn broer in zijn armen aan een agressieve vorm van kanker. Met deze feiten in het achterhoofd is ‘Metal/Crystal’, ondanks de cartoons van Yann Legendre, geen vrolijk album geworden. De titels van de nummers zijn namen van psychopathologische aandoeningen, zoals depressie, hysterie, schizophrenie en bipolariteit, telkens in combinatie met een edelmetaal.
Meestergitarist Pinhas is sterk beïnvloed door de baanbrekende gitaar en electronics van het gelegenheidsduo Robert Fripp en Brian Eno. Echo’s van ‘(No pussyfooting)’ uit 1973 blijven doorheen zijn oeuvre sluipen, alsof hij het concept dat het tweetal uitvond verder wil verdiepen. Op ‘Metal/Crystal’ staan enkele tracks die schatplichtig zijn aan Fripp en Eno's experimenten. Op het tranceachtige ‘Bi-polarity (Gold)’ en het dromerige ‘Paranoia (Iridium)’ wordt hij begeleid door de Heldon ritmesectie en door zoon Duncan op electronics. Dit is geen hippe muziek maar toch behoorlijk bezwerend.
Nieuwe paden betreedt Pinhas op ‘Depression (Loukoum)’, waar hij samenwerkt met Merzbow en Wolf Eyes. De inbreng van electronics is op dit nummer nog vrij beperkt. Op ‘Hysteria (Palladium)’ wordt de gitaar van Pinhas helemaal weggeduwd door gillend experiment. Op het bijna een half uur durende gitaarmeesterwerk ‘Schizophrenia (Silver)’ lijkt het alsof Fripp en Eno na bijna veertig jaar een perfecte alliantie aangaan met noise. Na tien minuten vallen de rollende drums van Paganotti opnieuw in voor een ferm stukje progrock. Niet door iedereen te smaken, maar wat ons betreft is 'Metal/Crystal' een huzarenstukje en een voorlopig hoogtepunt in het oeuvre van professor Pinhas!
Richard Pinhas, 'Metal/Crystal', www.cuneiformrecords.com
recensie op www.cuttingedge.be
David Sylvian - 'Sleepwalkers'
David Sylvian legde een lange weg af. Begin jaren '80 was hij de posterboy van de new romantics. Met zijn groep Japan gooide hij commercieel gezien hoge ogen. Niet langer tevreden met zijn artistiek imago ging op zoek naar spirituele en persoonlijke verdieping. Sylvian ging allianties aan met ongewone muzikanten zoals Robert Fripp, Jon Hassell, Ryuichi Sakamoto en anderen... De smet van de romantiek bleef echter heel lang kleven. Sylvian kon nooit kiezen tussen radicaal experiment en het meer traditionele songschrijverschap. Neem daarbij zijn zoetgevooisde stem en het plaatje wordt duidelijk. Een samenwerking met Scott Walker bijvoorbeeld kwam nooit van de grond. Walker vond dat er niet genoeg lijden zat in de muziek van Sylvian.
De jaren eisten hun tol. Sylvian scheidde van zijn vrouw, brak met Virgin Records en richtte zijn eigen muzieklabel Samadhi Sound op. De zoektocht naar de essentie legde zijn vruchten af. Sylvian betekent commercieel gezien misschien niet veel meer in 2010, maar hij is wel het boegbeeld geworden van de internationale muzikale avant-garde. Zijn laatste echte soloalbum 'Manafon' staafde die vermoedens. Artistiek gezien was dit zijn allergrootste succes. Sylvian legde de omgekeerde weg af en werd in alle gereputeerde muzikale kwaliteitsmedia bedolven onder lof. 'Manafon' was zowel tekstueel als muzikaal een aangrijpend en intens meesterwerk.
'Sleepwalkers' is niet de echte opvolger van 'Manafon'. Daarvoor moeten we nog even wachten tot in 2011. Naast soloartiest is Sylvian ook een muzikant die voortdurend op zoek is naar nieuwe samenwerkingen en uitdagingen. Deze soms obscure en moeilijk te vinden samenwerkingen van het voorbije decennium zijn nu eindelijk gebundeld op een enkele compilatie. De Japanse muzikant Ryuichi Sakamoto is één van de oudgedienden op de verzamelaar. De dertigjarige muzikale relatie van Sylvian en Sakamoto wordt nieuw leven ingeblazen op het introspectieve 'World citizen - I won't be disappointed'.
'Sleepwalkers' laveert op een grandioze wijze tussen lichtere en zwaardere songs. 'The day the earth stole heaven', 'Wonderful world' en 'Money for all' van zijn project Nine Horses kregen een verdiende opfrisbeurt en klinken nu nog beter. Minder evident zijn de samenwerkingen met Fennesz ('Transit'), Jan Bang en Erik Honoré ('Angels') en Takagi Masakatsu ('Exit/delete'). 'Thermal' is een op muziek gezette ode aan zijn dochtertje. 'Ballad of a deadman' en 'Playground martyrs' werden geplukt van de soloplaat 'Slope' van zijn broer Steve Jansen. De goede smaak van Sylvian wordt bevestigd 'Five lines', waarop hij samenwerkt met de Japanse neoklassieke componist Dai Fujikura. Spaarzame cello's en een poëtische tekst versmelten tot intrigerende chamber music. 'Sleepwalkers' is als een lichtvlek op het behang in oktober, wanneer de zomer langzaam verglijdt in de herfst. Essentiële kost.
David Sylvian, 'Sleepwalkers', www.samadhisound.com
volledige recensie verschijnt maandag op www.cuttingedge.be
FIVE LINES
Five lines
With which he marked time
Five lines flared from the ovens
He pulled the ribbons from their hair
With melodies beaten from the sheets of his mother
Songs for the end of time
Five lines
Return the birds to their singing
The sun fell, should we leave it to the foxes?
The sun fell from the sky
Leave it to its wits and its devices
The sun fell from the sky in the form of a stag
Buried deep in the forest
And that’s where he felled it
A blow to the head
That left it unconscious
Nothing further was said
We’ll set a place for him
We’ll set a place then
For he had tried
Blood, bone, feathers to the sky
Even in flight
Nothing could have spared him
Five lines
Five lines flared from the oven
Five lines with which he marked out time
Leave him for the foxes
Leave him for the foxes
Saturday, September 25, 2010
Edwyn Collins, 'Losing Sleep'
DE VERRIJZENIS VAN EDWYN COLLINS
Als er over pakweg honderd jaar een compendium opgemaakt wordt van de beste popsongs aller tijden, dan belandt ‘A girl like you’ van Edwyn Collins zeker en vast in de hogere regionen. Verduiveld catchy, smart lyrics, een fijne gitaarriff plus de grofkorrelige baritonstem van Collins maken het nummer meer dan memorabel. Vreemd dus dat Collins hier en daar als een one hit wonder bestempeld wordt. Na hitjes met het britpopbandje Orange Juice en een kabbelende solocarrière, werd de bleke Brit in 1994 plots de meest onwaarschijnlijke superster met de wereldwijde hit ‘A girl like you’.
Wat toen gebeurde, grenst aan het onwaarschijnlijke en is een van dé heldenverhalen uit de recente muziekgeschiedenis. In februari 2005 kreeg hij een zware hersenbloeding. Een paar dagen later volgde een tweede bloeding. Alsof het daarmee nog niet genoeg was, werd Collins in allerijl geopereerd en raakte hij besmet met de ziekenhuisbacterie. Gedurende zes maanden was hij bedlegerig. De BBC-documentaire ‘Edwyn Collins: Home again’ uit 2008 toonde een frêle man, die nauwelijks kon praten en met moeite zelfstandig liep. Hij kon geen gitaar meer spelen met de rechterhand. De muzikale loopbaan van Collins leek ten einde.
Maar Edwyn Collins vocht krachtdadig terug. In 2007 verscheen ‘Home again’, een album dat voor zijn ziekte opgenomen werd, maar pas twee jaar later uitgebracht kon worden. In september 2008 begon hij met zijn ouwe gabber Seb Lewsley aan de opnames van een volledig nieuw album. Het is een triomfantelijke terugkeer voor de artistiek dood gewaande Collins. Niet voor niks wordt hij de Lazarus van de Britse muzikanten genoemd. Het titelnummer ‘Losing sleep’ bezit een hook die zich meteen dagenlang in je brein nestelt. Collins' stem leed gelukkig niet onder zijn ziekte. Ze heeft zelfs aan diepte gewonnen. Denk aan Iggy Pop maar zonder de branie.
Hij doet het weer. ‘Losing sleep’ staat vol catchy nummers met spitse teksten. Een fraaie lijst muzikanten werkte mee aan het album. Alex Kapranos en Nick McCarthy van Franz Ferdinand produceerden 'Do it again'. Ex-Smith Johnny Marr schreef mee aan ‘Come today, come tomorrow’. Op ‘I still believe in you’ en ‘What is my role?’ horen we Ryan Jarman van The Cribs. Zelfs de hippe Amerikanen van The Drums vonden de tijd om ‘In your eyes’ mee te componeren. Niet alleen wegens de moeilijke omstandigheden, maar ook vanwege de tijdloze kwaliteit van de songs op 'Losing sleep' is dit een indrukwekkende heropstanding. Welcome back, Ed!
deze recensie verscheen op www.cuttingedge.be
Tuesday, September 21, 2010
Alain Finkielkraut, 'Een intelligent hart'
De ultraconservatieve Alain Finkielkraut is één van de meest controversiële en keetschoppende filosofen van Frankrijk. Niet louter tevreden met zijn positie als hoogleraar filosofie aan de Parijs Ecole Polytechnique treedt hij ook graag buiten de kansel van de universiteit om zijn provocerende mening over alles en nog wat in de media en in krantencolumns breed uit te smeren. In 2005 tekenden 60 collega's van zijn Ecole Polytechnique een petitie tegen hem. Bekend is de rel die hij veroorzaakte toen hij in 2008 het Franse voetbalteam tijdens de wereldbeker 'black, black, black' in plaats van 'black, blanc, beur' noemde.
De van Joodse Polen afstammende professor haalde zich in 2000 de woede van zijn eigen Joodse gemeenschap op de hals met het boek 'Une voix vient de l'autre rive' (‘Een stem van de overkant’, vert. Frans de Haan). In het boek pleitte hij onomwonden tegen de exploitatie van de holocaust voor pro-Joodse doeleinden. De genocide tegen de Joden moet volgens Finkielkraut terug in zijn historische context geplaatst worden. We mogen nooit vergeten wat toen gebeurde en we moeten de slachtoffers blijvend eren, maar we mogen de herinnering aan de Shoah niet verder exploiteren. Finkielkraut werd onterecht van alle kanten beschuldigd van antisemitisme, nestbevuiling en zelfs van negationisme.
In 2010 lijkt de misbegrepen professor moegestreden. Zijn nieuwste werk 'Een intelligent hart' is van een geheel andere orde. Het rustige en meditatieve boek werd geschreven tijdens een gedwongen periode van rust en wordt aangekondigd als 'misschien wel zijn allerlaatste boek'. 'Een intelligent hart' bevat 9 opstellen over literatuur met een korte inleiding en een nawoord. De essays zijn interpretaties van zijn favoriete literaire werken. Dat gaat van de Rus Dostojevski tot de Amerikaan Philip Roth. Een rode draad doorheen het boek valt niet meteen te ontwaren. Laat ons stellen dat het allemaal boeken zijn over 'mensen' die door een minieme 'misstap' hun complete leven vergallen. Het zijn allemaal in zekere zin Griekse tragedieën.
Dat wordt het duidelijkst in de interpretatie van 'De grap' van de Tsjechische auteur Milan Kundera. Door een misplaatste briefkaart aan zijn vlam Markéta haalt het hoofdpersonage Ludvík zich de woede van het secretariaat van de Communistische Partij op de hals. Hij wordt uit de faculteit gestoten. Wat begon als een grap, heeft gevolgen die zijn verdere leven zullen overschaduwen. Ivan Grigoriévitch, de tragische held van de nagelaten roman 'Alles stroomt' van de Russische auteur Vassili Grossman wordt verbannen naar Semipalatinsk omdat hij bij zijn docenten historisch materialisme de vrijheid verdedigde als een goed dat evenveel waard is als het leven. Na dertig jaar verbanning is hij bij zijn terugkomst slechts een schim van zichzelf.
De laatste lezing van Finkielkraut, 'Babette's feestmaal' van Karen Blixen, eindigt met een optimistische noot. De Franse communarde Babette, de dienster van een norse Noorse familie, besteedt het bedrag dat ze won in een loterij aan een copieuze feestmaaltijd voor haar Scandinavische vrienden. Ze veroorzaakt een mirakel. De culinaire kunst, die ze tentoonspreidt, tovert het goddellijke in de triviale dagelijkse 'maaltijd', die zowel slaven en meesters in één festijn samenbrengt. Kunst overstijgt het materiële en het spirituele en toont ons het goddelijke in het alledaagse.
De secundaire denkoefeningen van Finkielkraut zijn erudiet maar zeer toegankelijk. Het elegante, precieze en beeldrijke Frans van Finkielkraut werd secuur vertaald door Frans de Haan. 'Een intelligent hart' is minder polemisch maar daarom niet minder passioneel dan zijn overige werken. Het lijkt alsof Finkielkraut hier ons een bilan voorlegt van zijn eigen leven. Doorheen de fictie en de getuigenissen van de gelezen romans, somt de auteur zijn eigen veldslagen op. Ondanks de verscheidenheid van de verschillende passages is ‘Een intelligent hart’ een belangrijk werk in het oeuvre van Finkielkraut en bovendien een richtingaanwijzer naar een onoverzienbare stapel essentiële literatuur.
Alain Finkielkraut, 'Een intelligent hart', Uitgeverij Contact, ISBN 978 90 254 3465 6.
artikel verscheen op www.cuttingedge.be
Saturday, September 04, 2010
Solar Bears - She was coloured in
Solar Bears - She Was Coloured In from Michael Robinson on Vimeo.
Solar Bears, 'She was coloured in', cd review binnenkort op www.cuttingedge.beThursday, September 02, 2010
Cindytalk : "A Dark Night of the Soul"
Sharp of Cinder loste de verwachtingen nadien nooit in. Deels moedwillig, want hij wees een aanbod af om zanger te worden van een band die Duran Duran heette. De loopbaan van Sharp deinde al die jaren als een achtbaan op en neer. Problemen met platenmaatschappijen en een hang naar experiment nekten zijn vroege projecten. In de jaren tachtig bracht hij in totaal slechts twee albums uit: het machtige ‘Camouflage heart’ en het nog betere ‘In this world’. De goths verdwenen uit het straatbeeld. Sharp bleef. De jaren negentig leverden een viertal wisselvallige albums op, waarvan ‘Wappinschaw’ veruit de meest gedenkwaardige is. De ganse back catalogue van Cindytalk lijkt buiten die eerste twee albums trouwens nagenoeg onvindbaar.
De laatste jaren duikt de experimentele transgender warrior weer geregeld op met nieuw werk. Dankzij een deal met het Weense experimentele label Editions Mego bracht hij in nauwelijks twee jaar zelfs drie nieuwe albums uit. ‘Up here in the clouds’ sluit tot onze verrassing bovendien naadloos aan bij zijn verleden van een kwarteeuw geleden. Beginnummer ‘The eight sea’ is een krakende, elektronische oceaan waaruit op elk moment een digitale song to the siren kan opduiken. Helaas blijven we op onze honger zitten. De stem van Sharp blijft achterwege. Wel horen we door het golvengeraas heen een gefnuikte sirenenstem...
Het dreigende ‘We are without words’ vat het goed samen. Sharp zullen we niet te horen krijgen. De donkere en broeierige elektronische soundscapes passen eerder bij de industrial van het begin van de jaren tachtig dan bij het huidig muziekklimaat. In het sissende ‘Guts of London’ horen we ontmenselijkte radiostemmen en geluiden die lijken op het knagen van ratten aan menselijke resten. In het titelnummer klaart de hemel plots op en lijkt de muziek plots boven de wolken te zweven. Dit is wat je noemt: een gouden strot hebben maar er niks meedoen. Kijk maar naar wat er met Scott Walker gebeurde. ‘Up here in the clouds’ zal vooral een oudere generatie aanspreken die heimwee heeft naar het vleermuizentijdperk. Wat ons betreft een gemiste kans.
deze cd review verscheen op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/244228-cindytalk-up-here-in-the-clouds-
Friday, August 27, 2010
Tuesday, August 24, 2010
Voer voor negationisten?
'Een van de laatsten – Het unieke ooggetuigeverslag van een overlevende van Treblinka', Chil Rajchman, Meulenhoff, 2010, ISBN: 978 90 290 8507 6.
volledig artikel verscheen op http://www.apache.be/2010/08/voer-voor-negationisten/
Volledige tekst:
IN HET BOEK EEN VAN DE LAATSTEN GETUIGT CHIL RAJCHMAN, EEN OVERLEVENDE VAN DE HOLOCAUST, OVER DE VERSCHRIKKINGEN VAN HET VERNIETIGINGSKAMP TREBLINKA. JAMMER GENOEG KLOPPEN DE CIJFERS VAAK NIET EN RIJST DE VRAAG HOE DICHT HET BOEK BIJ DE OORSPRONKELIJKE TEKST STAAT.
Door Peter Wullen
Het boek van Chil Rajchman.
“Op een keer werd een oven verplaatst naar een massagraf van ongeveer een kwart miljoen mensen. Zoals gewoonlijk werd het rooster volgeladen met het juiste aantal mensen en ’s avonds werd het vuur aangestoken. Er stond echter een straffe wind, en het vuur brandde zo hevig dat het oversloeg naar het massagraf en daar om zich heen greep. Het bloed van ongeveer een kwart miljoen mensen vatte vlam en bleef zo een etmaal branden.” (pag. 77) Die vreemde anekdote diepten we op uit Chil Rajchmans controversiële getuigenis Een van de laatsten over zijn verblijf in het nazivernietigingskamp Treblinka II in 1943. Bloed bestaat voor 90 procent uit water en het is wetenschappelijk bewezen dat het plasmagoedje helemaal niet ontvlambaar is. Wat lezen we dan eigenlijk? Pure nonsens? Hoe is het eigenlijk zover kunnen komen?
Schaduw van de dood
Chil Rajchman werd in 1914 geboren in het Poolse Lódz. Tot oktober 1942 slaagde hij er met zijn jongste zus in om uit de handen van zijn nazivervolgers te blijven. De rest van de familie Rajchman werd opgesloten in het getto van Warschau. Zijn oudste zus Ratse werd vermoord in het getto van Lódz. Zijn tweede zus Rivke werd vergast in Treblinka. Wat er met zijn jongste zus Roeske, zijn broer Jitschok en zijn vader is gebeurd, zal hij nooit te weten komen. Rajchman zelf rolt van het ene in het andere vreselijke baantje om in Treblinka te kunnen overleven. In augustus 1943 werkt hij actief mee aan de opstand tegen de bewakers en kan hij ontsnappen. Door her en der onder te duiken redt hij zijn leven.
In die periode schreef hij over zijn verblijf in het vernietigingskamp en over het lot van zijn medegevangenen. De teksten behoren tot een bijzondere en beperkte soort geschriften van de holocaust: geschriften die opgesteld werden in de schaduw van de dood, toen de oorlog zelfs nog niet afgelopen was.
Objectief verslag
Toch klopt er iets niet met het boekje Een van de laatsten. Het unieke ooggetuigeverslag van een overlevende van Treblinka. De ondertitel luidt ‘Herinneringen van Jechiël Meir Rajchman (Henryk Romanowski)’. Rajchman schreef zijn memoires in het Yiddisch tijdens zijn verblijf in Warschau in 1944. In 1946 werden zijn aantekeningen herzien en vrijelijk aangevuld door de Joodse dichter Yad Vashem. Ongeveer 64 jaar na de feiten werd de tekst gepubliceerd en geredigeerd door de Franse uitgeverij Les Arènes. In hoeverre we hier nog met de oorspronkelijke tekst te maken hebben en niet met een opgeblazen historisch verzinsel, is moeilijk uit te maken.
Rajchman bewaarde de aantekeningen zorgvuldig toen hij zich eerst in Polen vestigde en dan naar Uruguay emigreerde. Hij gebruikte ze als getuigenis op het proces tegen de nazibeul John Demjanjuk in de Verenigde Staten en in Jeruzalem, maar al die tijd bleef zijn manuscript onuitgegeven. In hoeverre kunnen mensen meer dan een halve eeuw na de feiten een objectief verslag geven van hun wedervaren in een nazikamp?
Ongeloofwaardig historisch potje
Ongetwijfeld zijn hier één of meerdere redacteurs aan het werk geweest. Het boek staat vol aantoonbare onjuistheden en historische onwaarheden. Op pagina 85 lezen we: “In de laatste dagen van juni zijn de elf massagraven, waarin miljoenen mensen hebben gelegen, helemaal geruimd. De grond is geëgaliseerd en ingezaaid met lupine.” Iets verder, op pagina 113, schrijft Rajchman: “Ja, ik ben in leven gebleven en bevind me onder vrije mensen. Maar waartoe? Dat vraag ik me vaak af. Om de wereld te vertellen over de miljoenen omgebrachte, onschuldige slachtoffers, om te getuigen van het onschuldige bloed dat is vergoten door de moordenaars. Ja, ik ben in leven gebleven om te getuigen van dat grote slachthuis: Treblinka.” Rajchman heeft het inderdaad over het vernietigingskamp Treblinka, in het noordoosten van Polen, maar in werkelijkheid werden daar geen ‘miljoenen’ mensen vermoord, maar ‘slechts’ minimaal 700.000 en maximaal 900.000.
Er zijn weinig getuigenissen bewaard over hoe het er precies aan toeging in Treblinka. De getuigenis van Rajchman is dus uiterst belangrijk. Bekend is de discussie die hij voerde met zijn ex-medegevangene Wiernik over de capaciteit van de gaskamers. Wiernik telde een absurde 20 tot 25 mensen per vierkante meter. Rajchman beweerde dat er acht mensen per vierkante meter opgesloten werden in de gaskamers, wat ons nog altijd vrij veel lijkt. Een simpele berekening leert echter dat het aantal heel wat lager lag en dat er maximaal 750.000 slachtoffers gedood werden in Treblinka. Rajchman verhoogt dat sterftecijfer met ongeveer 100 procent. Waarschijnlijk had hij nobele bedoelingen toen hij zijn verslag neerschreef, maar de geschiedenis en zijn slechte geheugen maakten er een ongeloofwaardig historisch potje van.
Wantrouwen
Uitgeverijen proberen daarbij nog eens om met een sensationele cover, titel en ondertitel de aandacht van de lezers te wekken en dit boekje als dé waarheid over Treblinka te verkopen. De geschiedenis van de nazivernietigingskampen is meer gediend met betrouwbaarheid, discretie en uiterste omzichtigheid, vooral als het gaat om concrete cijfers. Het aandikken of verdoezelen van de waarheid leidt tot wantrouwen, ongeloof en in het ergste geval tot negationisme. Chil Rajchman is met ‘Een van de laatsten’ tegen wil en dank de Steven Spielberg geworden van Treblinka II.
De wrede paradox van de holocaust - Over 'Nachschrift 1 + 2' van Heimrad Bäcker (full text)
‘je zag mensen geschokt op straat : “ik heb mijn ster vergeten!” of ze werden op straat tegengehouden : “waar draagt u uw ster?” dan ijlden ze met de hand voor het gezicht hun huis in’ Zijn dit de beginregels van een roman of een ooggetuigeverslag? Neen, het is het vierregelige begingedicht van ‘nachschrift’ van de Oostenrijkse auteur Heimrad Bäcker. Het volgende gedicht bestaat uit een opsomming van data van 1933 tot 1941, die de toenemende uitsluiting van de Joden illustreren. Gruwel wordt lyriek. Via een omweg werd Bäcker onlangs herontdekt in Europa door de Amerikaanse vertaling van zijn ‘nachschrift’. Het originele, opgestijfde Duits van de naziambtenaren geeft net die dimensie meer aan de ‘teksten’ van de 'dichtbundel'.
De eerste weken na de bevrijding van de concentratiekampen zijn cruciaal voor een goed begrip van de Endlösung. Honderden vlugschriften en snel geschreven getuigenissen over de kampen verschenen in ijltempo. De meeste vormden geen hoogstaande literatuur. Ze waren hooguit bestemd om de grote massa in te lichten. Die getuigenissen uit de eerste hand zijn wel van essentieel belang om de geschiedenis te begrijpen. De eerste meldingen over Duitse vernietigingskampen stuitten op ongeloof bij een deel van de bevolking. Tegelijk met de eerste berichten van concentratiekampen stak de twijfel de kop op. Kan zoiets wel waar zijn? Hoe is zoiets überhaupt mogelijk?
ich fing an zu erzählen und sagte: niemand wird mehr zurückkommen, alle sind ermordet und verbrannt worden.
ich hatte noch keine drei wörter gesagt, da unterbrach mich
mein bruder und sagte: hört auf mit ihm zu reden, er ist
nicht ganz richtig im kopf. kann man das glauben, was er
erzählt? menschen sollen sie verbrannt haben?
(‘nachschrift 2’, pagina 231)
De Belgische weerstander en vakbondsman Hubert Lapaille maakte abstractie van zijn lijden en van zijn wedervaren in Buchenwald. Hij schreef een methodisch en gedetailleerd boekje over de organisatie van het vernietigingskamp. Op 11 april 1945 werd Buchenwald bevrijd. Nauwelijks 3 maanden later rolde zijn boek ‘Buchenwald’ van de persen. “En dernière minute, quant vint pour eux le moment de la fuite, les S.S. résolurent de faire disparaître leur paperasserie, cette comptabilité macabre qui les justifiait aux yeux des nazis. Et l’un des derniers jours, nous vîmes sortir du crématoire une myriade de morceaux de papier calciné. Mais de nombreuses ont été retrouvées intactes.” (Hubert Lapaille, ‘Buchenwald’, Editions Germinal 45 et Michel-Ange, 11 juin 1945, Bruxelles, pag. 101).
De Vlaming Alfons Ryserhove legde in een boekje met weerzinwekkende foto’s van verbrande en opeengestapelde, uitgemergelde lijken de emotionele getuigenis vast van een overlevende van het doorgangskamp Gardelegen. De beschrijving mist zijn effect niet: “Dien middag wordt een Rus terechtgesteld, ‘wegens inbreuk op het reglement en het wettig gezag’. Al de gevangenen mogen toekijken. Men bevestigt een houten blokje in den mond van den ongelukkige, vlak voor de tong. Dan wordt een strop om de hals gelegd en het lichaam rijst traagzaam omhoog. Het houten blokje dient om te beletten, dat de martelaar de tong zou uitsteken. Aldus wordt de foltering veel heviger…” (Alfons Ryserhove, ‘Levend verbrand in Gardelegen’, Vrijreeks nummer 2, Uitgeverij Scherrens, Brugge, ca. 1945, pag. 8)
OM NIET TE VERGETEN
Hoe getrouw deze getuigenissen de realiteit ook weergeven, het blijven door subjectieve inkleuring bemiddelde secundaire getuigenissen. Daartegenover staat Bäcker met zijn onomstotelijke primaire bronnen. Geen bemiddeling door fantasie hier. Brute teksten worden zonder omweg aan het papier toevertrouwd. De Oostenrijkse auteur, fotograaf en uitgever Heimrad Bäcker (1925-2003) behoorde aanvankelijk tot de verkeerde kant. Op zijn achttiende was hij Gevolgschaftsführer bij de hitlerjugend. ‘nachschrift’ is een eeuwige boetedoening voor zijn lidmaatschap van de Partei. De schrijver Bäcker liet geen omvangrijk oeuvre na. Hij was de bezieler van het Oostenrijkse tijdschrift edition neue texte, dat gespecialiseerd was in concrete en concreet-visuele poëzie en onder meer werk uitgaf van Gerard Rühm en Reinhard Priessnitz. Vanaf 1968 begon hij originele teksten en documenten over de Holocaust te verzamelen voor zijn dichtbundel ‘nachschrift’. Ik citeer: ‘De totaliteit van de nationaal-socialistische moordmachine , de cynische dialectiek van geperverteerde ethiek en vernietiging, hygiëne en bestialiteit zijn noch beschrijfbaar noch bevattelijk.’ Volgens Bäcker staat elke beschrijving de realiteit in de weg. Er bestaat geen enkel medium dat deze feitelijke, totale werkelijkheid kan overbrengen. Kan men de realiteit van de concentratiekampen dus uitbeelden? De vraag is retorisch. Het dichterlijk streven van Bäcker lijkt bij aanvang tot falen gedoemd.
was hat sich dort abgespielt?
hat jemand gesagt, wie viele herauszusuchen sind?
gab es da richtlinien?
ist ihnen bekannt, ob immer ein arzt den befehl gegaben hat?
wer gab dem sanitätsdientstgrad das zeichen?
(‘nachschrift’, pagina 37)
‘nachschrift’ is geen beschrijving geworden. Het is geen weergave van een genocide. “Het volstaat om de taal van de daders en van de slachtoffers te citeren”, stelt Bäcker in zijn nawoord. “Het is voldoende om bij de taal te blijven die in de documenten bewaard gebleven is. Document en ontzetting, statistiek en gruwel vallen dan samen.” Bäcker verzamelde schriftelijke sporen van deze realiteit: dodenlijsten, optellingen, verbodsvoorschriften, protokol, statistieken, cijfers, data, randbemerkingen, kilometerlijsten,… Onopvallende en onschuldige verwijzingen worden dodelijke en duidelijke connotaties van foltering en moord.
Z
ZM +
ZM
ZM –
NZ
(‘nachschrift, pagina 121)
GEEN ILLUSIE
De tekstfragmenten zijn overblijfsels van been nooit eerder vertoonde waanzin en van een onvoorstelbare gruwelijkheid. Binnen de tekst, verklaart Bäcker, ‘gibt es keine außerhalb des Zitats liegende Literarizität’. Hij onderzoekt m.a.w. de literaire aard van de talige communicatie, dit als onderscheid tot het puur narratieve aspect van bijvoorbeeld de beschrijving van het concentratiekamp van Gardelegen (cf. supra). Enerzijds is er het niveau van het ‘taalmateriaal’ waarmee hij werkt. Tweede niveau is de ordening van het taalmateriaal. Bäcker schept geen dramatis personae. Hij laat zich niet door zijn materiaal meevoeren. Zijn enige betrachting is om het historische materiaal zo zorgzaam mogelijk uit de context van zijn gruwelijke, historische waarheid te lichten. ‘De spiegel van de realiteit behoeft hier geen illusie’. Voor de omgang met het woordmateriaal en voor zijn inspiratie bediende hij zich van de concrete poëzie, een poëzievorm waarin gevoelens of gedachten niet op de talige wijze uitgedrukt worden, maar door een bijzondere klank- of grafische vorm te creëren. Hij stoft het materiaal af, zonder het van zijn drek te bevrijden. Hoewel hij goed beseft dat hij op die manier vervreemding creëert, leidt deze methode niet tot een op zichzelf staande werkelijkheid. De basishouding van Bäcker t.o.v. het document is zorgvuldig: “Documenten zijn literatuur, die zichzelf schrijven en als literatuur erkend worden.”
rywka kliegerman
sala pasztejn
josek pajkus
luba gac
motek fiszbaum
fajga margules
dworja rozenberg
chana zajdenwach
rywka kliegerman
sala pasztejn
josek pajkus
luba gac
motek fiszbaum
fajga margules
dworja rozenberg
chana zajdenwach
(‘nachschrift 2’, pagina 26)
De waarde van ‘nachschrift’ ligt in de subtiele raffinement waarmee Bäcker zijn bronnen hanteert. De kracht van bovenstaand geciteerd ‘gedicht’ bijvoorbeeld ligt in de tweestrofige, zangerige herhaling van Joodse namen en in het duidelijke besef dat dit namen zijn van vermoorde mensen. Bäcker past geen trucje toe. De namen werden letterlijk geciteerd en effectief zo weergegeven op een tweetalig plakkaatje met de namen van geëxecuteerde joden. De ingrepen van Bäcker zijn veel subtieler. Ze beperken zich tot plaatsing, arcering en het hier en daar weglaten van een overtollig woord.
NIKS SCHRIJVEN
In meer dan zestig jaar zijn er ontelbare pogingen geweest om de wreedheden van de shoah weer te geven. Films, documentaires, schriftelijke ooggetuigenissen, gesublimeerde poëzie maakten het onbeschrijflijke beschrijflijk. Heimrad Bäcker gebruikte op grote schaal originele nazidocumenten en goot ze zonder een letter te veranderen in de vorm van conceptuele gedichten. 'Comment peut-on rien écrire?' Schreef Derrida over de Joods-Roemeense dichter Paul Celan. De dader-slachtoffer dichotomie is hiermee compleet. Dader Heimrad Bäcker schreef helemaal niks. Hij gaf alleen maar weer. De grote, onoplosbare tegenstelling van ‘nachschrift’ is dat dit tot ongemeen krachtige poëzie leidt. Dat komt door de uitgekiende, visuele vormgeving van de bundel: op spaarzaam bedrukte witte pagina’s verschijnen letters, woorden en brokstukken van zinnen gerangschikt in lange rijen, kolommen, lijsten en afkortingen. Omringd door leegte wordt de boodschap van de zwarte letters extra uitvergroot. De verbeelding van de lezer wordt geprikkeld maar nergens ingeperkt wat een schokeffect teweegbrengt.
‘nachschrift’ werd voor het eerst uitgegeven in 1986. In 1997 bracht Bäcker een tweede dichtbundel uit. ‘Nachschrift 2’ werd opgedeeld in twaalf onderscheiden stadia, van de voorbereiding tot de nasleep van de holocaust. ‘Nachschrift’ als geheel werkt niet op elk niveau. Soms zie je door de overvloed aan kryptische afkortingen, cijfermateriaal en het overmatig experimentele de poëzie niet meer. In de beste momenten is dit een duizelingwekkende opeenvolging van onthutsende gespreksflarden en scherven wereldliteratuur. Het blijft een fantastische paradox dat Da., Sah., Bu., Mau., Flo., Neu., Au., GrRo., Natz., Nie., Stu., Lub., Rav. en Herz. aanleiding gaven tot één van de sterkste staaltjes naoorlogse, concrete antipoëzie die ooit het licht zagen.
dit artikel verscheen verkort in het julinummer van het tijdschrift rekto:verso, http://www.rektoverso.be/nummers/920-nr-42-juli-augustus-2010?layout=blog, dit is de volledige versie
Heimrad Bäcker, ‘Nachschrift 1 + 2’, Literaturverlag Droschl, Edition Neue Texte, Graz-Wien 1993/1997.
Heimrad Bäcker, 'transcript', translated by Patrick Greaney and Vincent Kling, Dalkey Archive Press 2010.
Hildur Gudnadóttir - 'Mount A'
De IJslanders zijn waarschijnlijk het raarste volkje dat onze aardkloot bewoont. Ze zijn maar met een half miljoen, maar wat een recente geschiedenis! De weelde die ze het laatste decennium binnenhaalden, bleek gebouwd op pure speculatie. Toen dat aan de licht kwam, werd het land in een ongeziene financiële crisis ondergedompeld. Ze hebben de actiefste vulkanen van de planeet. Daarnaast beoefent de meerderheid van de IJslanders een of andere kunstvorm. Het percentage muzikanten ligt onwaarschijnlijk hoog. De uitstroom van muzikanten en bandjes naar de rest van Europa is even groot. Om de drie maanden worden we wel met een nieuwe naam om de oren geslagen.
Ondanks de economische crisis blijft de IJslandse artistieke hausse maar voortduren. De nieuwe trend is bovendien niet meer zozeer elektronisch maar neoklassiek. Hildur Ingveldardóttir Guðnadóttir of Gudnadóttir is een celliste die onder meer meewerkte met het Finse elektronicaduo Pan Sonic en met het Ijslandse collectief múm. In 2009 bracht ze het fel geprezen soloalbum ‘Without Sinking’ uit. De erkenning noopte Touch om haar eersteling opnieuw uit te brengen. ‘Mount A’ werd in 2006 uitgebracht onder het pseudoniem Lost In Hildurness op het IJslandse 12 Tónar, maar kreeg nu een oppoetsbeurt en wordt in een door Denis Blackman geremasterde versie opnieuw uitgebracht.
Een album met alleen maar met de zwaarmoedige klanken van een cello? Je kunt je daar vragen bij stellen, maar Guðnadóttir brengt het er vrij goed van af. De opnames vonden voornamelijk plaats in het afgelegen IJslandse gehucht Hólar, maar ook in New York. Dat ‘Mount A’ een duister en weemoedig album is, staat buiten kijf. ‘Light’ drijft op één enkele melancholische lang aangehouden noot en is allesbehalve licht. In ‘Floods’ en ‘Casting’ duiken embryonale melodieën op. Het licht- en schaduwspel gaat door op ‘Shadowed’ en ‘Growth’.
Gaandeweg breidt Hildur haar instrumentenpalet uit met de exotische en lichtere klanken van gamba, zither, khuur en gamelan. Dat geeft een meerwaarde aan het album. ‘Earbraces’ klinkt onaards mooi met zijn bel- en gongachtige gamelanklanken. Het tien minuten durende ‘You’ is het kroonstuk van het album. Je zou zweren dat hier een orkest aan het werk is, maar Hildur beroert zelf alle instrumenten. ‘Mount A’ is een album als een nachtelijk woud om langzaam en tergend traag in te verdwalen en een welkome aanvulling bij het veel toegankelijkere ‘Without Sinking’. 'Mount A' is een wondermooi werkstuk met een heel lange houdbaarheidsdatum.
deze cd review verscheen op www.cuttingedge.be