Monday, November 30, 2009

Pionierszoon wordt pionier - over 'Manafon' van David Sylvian.

It's the farthest place I've ever been
It's a new frontier for me
And you balance things
Like you wouldn't believe
When you should just let things be

(‘Small Metal Gods’)

Bijna drie decennia geleden verkoos het Engelse tienerpopblaadje Smash Hits David Sylvian tot mooiste man van het jaar. Dat was in 1981 of in 1982. Heel eigenaardig want Sylvian verzette zich altijd hevig tegen zijn imago als posterboy. ‘Ghosts’ was de meest onwaarschijnlijke hit ooit. Op ‘Nightporter’ raakte hij verstrikt in zijn eigen weemoed. Maar het waren de withete funk van ‘The Art of Parties’ en de stuwende bas en synths van Mick Karn en Richard Barbieri op ‘Sons of Pioneers’ die mijn muzikale zintuigen aanscherpten. Sons of pioneers are hungry men…

In 2009 poseert Sylvian als een schriele en bleke poète maudit op de cover van het muziekmagazine The Wire. Het leven eiste zijn tol. De pijnlijke scheiding van Ingrid Chavez, de breuk met Virgin Records, de moeilijke zoektocht naar de essentie met zijn eigen muzieklabel Samadhi Sound, dalende albumverkopen: de voormalige popgod is al lang niet meer. Sylvian leverde na een sabbatperiode van bijna zes jaar wel zijn meesterwerk af. De internationale muziekpers was bijna unaniem lovend over ‘Manafon’ .De Vlaamse muziekpers maakte weinig melding van het album. Zelfs Dirk Steenhaut van De Morgen – nochtans een notoire Sylvian-adept – vergat het chef d’oeuvre van Sylvian te recenseren. Dat komt ten dele omdat ‘Manafon’ op het eerste gehoor zo’n moeilijk, experimenteel en persoonlijk album is. Maar de hedendaags klassieke inbreng is ook baanbrekend. Sylvian ging nog nooit verder in zijn persoonlijke beslommeringen.

Aanvankelijk lijkt het ernst en sérieux alom op 'Manafon'. Het woord chamber music valt. Maar de initiële schijn bedriegt. Voor de aandachtige toehoorder zit het album vol toespelingen en ironische knipogen gebracht door die typische baritonstem, die met de jaren aan kwaliteit en rijpheid wint. Op de hoes kijkt een schichtig hert ons aan vanuit een lichtplek in het woud. Boer Sylvian poseert op de binnenflap als een volleerde stroper met een dode haas in de rechterhand. As a God everything was filled to excess/As a man he settled for less/Here lies the rabbit skinner/God love the rabbit skinner. Dit is overduidelijk een autobiografische song.

Sylvian had tot nu toe een meer dan moeizame band met het geschreven of gezongen woord. Zijn drang naar perfectie en experiment was altijd omgekeerd evenredig met de kracht van zijn taal. Hoe verfijnd zijn muzikale sfeerstukken ook waren, als voormalige new romantic blaakten zijn lyrics van nietszeggende introspectie, soms ondraaglijk futiel en banaal (zie de Hare Krishna toestanden op zijn laatste album voor Virgin 'Dead Bees On A Cake'). Sylvian gaf ons ondanks zijn muzikale zeggingskracht altijd de indruk niks echt belangrijks of wereldschokkends te vertellen te hebben. Hij bezit niet de dichterlijke en conceptuele overtuigingskracht van een Scott Walker.

Hij overstijgt dat euvel door in zee te gaan met veel experimenteel volk en zijn grenzen telkens opnieuw te verleggen. Dat is hem dit keer bijzonder goed gelukt. Het kan niet genoeg gezegd worden: 'Manafon' is ook op tekstueel gebied een onvolprezen voltreffer. Na dertig jaar carrière en rijping krijgen we dit in de schoot geworpen. Zijn vorige albums 'Blemish' (uit 2003) en 'Snow Borne Sorrow' (uit 2005 onder het alias Nine Horses) verbleken bij zoveel durf en talent op één schijfje samengeperst. Het contrast met 'Blemish' is groot. Ondanks de extreme muzikale setting van dat laatste album, onder meer een samenwerking met de experimentele gitarist Derek Bailey, bleef het ding steken in een bijna ondraaglijke, zeer zeurderige en monomane introspectie, ingegeven door de bittere scheiding van zijn vrouw Ingrid Chavez. Op 'Snow Borne Sorrow' ging hij een wisselvallige alliantie aan met de experimentele muzikant Burnt Friedman en met zijn broer Steve Jansen. Op zich waren dat geen slechte albums, maar met 'Manafon' veegt hij zijn ganse oeuvre gewoon op een hoopje.

Hier is de nieuwe Sylvian. Vergeet de oude! Too much self/Now he will never ever be/The greatest living Englishman, bekent hij zelf in het autobiografische ruim tien minuten durende 'The Greatest Living Englishman'. 'Manafon' is het resultaat van diepgaande en eenzame zelfanalyse in de wouden van New England en van sessies tussen 2004 en 2007 in Wenen, Tokyo en London met artiesten als Christian Fennesz, de voltallige Polwechsel, Evan Parker, John Tilbury, Keith Rowe, Otomo Yoshihide, Sachiko M. en vele,vele anderen. Sylvian leidde de sessies maar de eigen muzikale inbreng is uiterst gering. Hij hield zich dit keer grotendeels bezig met het improviseren van doorwrochte teksten. Felle maatschappijkritiek komt even om het hoekje kijken in het fragmentarische 'Random Acts of Senseless Violence', dat drijft op de pointillistische pianotonen van John Tilbury. And the future will contain/Random acts of senseless violence.

De aangezochte muzikanten zorgden voor discrete en intense soundscapes, gracieus maar onderkoeld, die nooit in de weg komen van zijn zuivere en warme stem. Het resultaat is heel merkwaardig en subliem. Sylvian schrijft nog steeds niet bepaald gedichten, maar hij improviseerde teksten bij de door hem geselecteerde muziekstukken, die tijdens de verschillende sessies tot stand kwamen. Met dank aan Christian Fennesz, waarmee hij voor het eerst samenwerkte op ‘Blemish’ en die hem verder introduceerde in de experimentele muziekwereld. 'The Rabbit Skinner', 'Emily Dickinson', 'Manafon' (over de in het Welshe dorp residerende Engelse dichter R.S. Thomas): de titels van de songs spreken voor zich. De inspiratie druipt er dit keer wel van af. 'Manafon' is met niks te vergelijken dat dit jaar verscheen of nog zal verschijnen. De beste artiesten zijn zij, die zich telkens opnieuw heruitvinden. Sylvian behoort voortaan tot die keur.

And when it appeared
It was a flaming book of matches
A hundred and twenty-five spheres
On a parquet floor

(‘125 Spheres’)


'Manafon' van David Sylvian is verkrijgbaar via zijn label Samadhi Sound in gewone editie en luxueuze editie, http://www.samadhisound.com/.

Monday, November 02, 2009

'Ik, de dichter' van Rodaan Al Galidi.

In zijn ellendige jaren
liet ik mijn volk in de steek,
ontsnapte naar een andere taal
en bedelde om de vrijheid van anderen
voor mij en mijn pen.

Toen mijn volk
brood zocht in de zakken van bloederige lijken,
zocht ik als een rat
naar een citaat over mij op het internet
om op de kaft van mijn boek te zetten.
...

Met gemeenheid en laagte
stal ik het bloed en de tranen van mijn volk
en verhandel die op festivals.
Ik, de dichter.
Zelfs dit gedicht schrijf ik
om te bewijzen dat ik nog mens ben.

uit: 'Digitale Hemelvaart', Rodaan Al Galidi, Meulenhoff 2009, ISBN 978 90 290 8557 1.