Luisteren met de microscoop
Eén van de indrukwekkendste lappen noise van de voorbije jaren was ‘Whint’ van de Pool Zbigniew Karkowski en de Spanjaard Francisco López. ‘Whint’ is een samenvoeging van ‘wind’ en ‘white noise’: een enorme brok gedruis die zelfs onze kat de sofa uit- en de tuin injoeg. Onze brave maar slimme kater verroerde geen spier toen we de meest onmogelijke experimenten beluisterden, maar hield ons nauwlettend in het oog toen de transparante cd naar de lader verhuisde. López vergroot minimale natuurgeluiden alsof er op elk moment een aardkatastroof kan losbarsten. Geen wonder dat onze viervoetige huisgenoten hun heil zochten in de rustiger, echte natuur.
López heeft een eigengereide loopbaan om u tegen te zeggen. Schier onmogelijk om de stroom aan producties bij te houden. De meesten verschijnen op obscure muzieklabels en met karige informatie. Op ‘Wasps’ werkte hij met het microscopische geluid van wespen. Op het Spaanse label met de Duitse naam Störung verscheen zopas een van zijn meest ambitieuze projecten. ‘köllt/kulu’ bevat een audio-cd en een dvd met beeldmateriaal. Kulu is een term van de Australische Aboriginals om ‘zaad’ aan te duiden. Minieme geluidsfragmenten - geluidszaadjes - ontwikkelen zich gaandeweg tot een zeer verscheiden geluidspalet.
‘köllt/kulu’ verschilt niet veel van de overige cd’s van López. De grote wijziging is dat er nu ook beelden horen bij de sounds. Het minimalistische geluidsbeeld dat hij voor ons creëert, maakt af en toe plaats voor structuren die lijken te zullen evolueren naar een soort prototechno. Dat is vooral zo tijdens de eerste minuten van ‘köllt’ waar je getrakteerd wordt op enkele sonische explosies. Op het einde van ‘kulu’ dansen de geluiden zo geordend tegen elkaar op dat je hier bijna kan spreken van een compositie.
Op de dvd-versie van het ultraminimalistische ‘köllt’ zien we hoe rijen mieren zich verdringen voor een nestingang. Op ‘kulu’ wisselen schaarse, kleurrijke beelden af met een volledig zwart scherm. De geluiden duiken asynchroon op met de beelden wat een heel raar effect geeft. Af en toe betrapten we er ons zelfs op dat we geruime tijd zaten te luisteren naar stilte terwijl we ook nog eens keken naar een leeg scherm. En dat duurt zo minuten lang. Maar dat is López. Hij vereist een andere manier van kijken en luisteren, die niet iedereen leuk zal vinden. Het luxueus uitgegeven ‘köllt/kulu’ is in elk geval zijn meest prestigieuze project tot nu toe en misschien de opening naar een nieuw luister- en kijkbereid publiek.
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/256069-francisco-l-pez-k-llt-kulu-
Saturday, November 20, 2010
Saturday, November 13, 2010
Sohrab: Iraanse experimentele muzikant op de vlucht
Een Iraanse muzikant die een uitstekend album uitbrengt op het ultrahippe Londense muzieklabel Touch? Dat is natuurlijk groot nieuws! Sohrab is het pseudoniem van Sohrab Karimi Asli uit Teheran. Nieuwsgierig als we zijn, gingen we meteen op zoek naar de man. We vonden hem in Berlijn, terwijl deportatie als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hing. Vanuit zijn tijdelijke Duitse verblijfplaats kregen we volgend alarmerend bericht: “Ik moet je helaas melden dat ik op dit moment dreig gedeporteerd te worden uit Europa. Als je binnenkort niks meer van me hoort, dan zit ik in een Duitse deportatiegevangenis. Ik hoop dat het niet gebeurt en dat we in contact kunnen blijven…” Een paar dagen later hingen we aan de chat met de bewuste Sohrab.
PW: Sohrab, je muzikale loopbaan startte in Teheran met een punkband? Hoe kreeg je dat voor elkaar? Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Sohrab: 'We richtten de band acht jaar geleden op. Ik speelde drums en mijn broer basgitaar. De band bestond ongeveer twee jaar.'
PW: Oké, zeer ongewoon in Iran. Welke waren jullie invloeden?
S.: 'Er was toen een hausse aan undergroundgroepen in Teheran. Wij waren de enigen die punkrock speelden. Het maakte voor mij niet uit of het punkrock was of iets anders. Gewoon het gevoel om muziek te kunnen spelen. We speelden covers van Ramones, Nofx, Dead Kennedys. We slaagden er na twee jaar in om één show te organiseren in ons huis. Dat was de enige plek waar we konden optreden en onze vrienden konden ontmoeten. Er kwamen ongeveer vijftig à zestig mensen op af.'
PW: Maar hoe kwam je aan al die albums die je opnoemt?
S.: 'Hmm… In Iran is er een omvangrijke zwarte markt voor films, muziek en voor illegale culturele zaken. Die kocht je zoals je alcohol of drugs koopt. Maar het is niet zo gevaarlijk. We speelden ook onze eigen songs. Eén van onze nummers kwam terecht op een lp die we nooit onder ogen kregen op een Frans onafhankelijk platenlabel. Er was een ngo, die verbonden was met een Europese organisatie, die een underground muziekcompetitie organiseerde. We registreerden ons online. Ze gaven elke band enkele uren studiotijd om een nummer op te nemen. Toevallig kwamen we later te weten dat de ngo de rechten had op ons.'
PW: Een paar jaar geleden werd hier een doc getoond over een heavy metalband die heel hard moest knokken om in Iran te overleven en die ervan droomde om naar de VS te vertrekken.
S.: 'Ja, ja… Ik ken hen! Toen we punkrock speelden, was de rest meer geïnteresseerd in heavy metal. Tegenwoordig vind je veel undergroundbands die indierock spelen. De rest van onze band is nu in Amerika. Ze heten nu Hypernova en ik geloof dat ze het daar heel goed doen. Ik ben eruit gestapt omdat de druk veel te groot werd. We waren de hele tijd aan het repeteren zonder enige kans om op te treden. De politie viel binnen tijdens onze eerste optreden. Het was allemaal zo ontgoochelend. Ik begon elektronische muziek te maken met mijn computer en met mijn koptelefoon. Zo had ik geen problemen meer om een repetitieruimte te vinden.'
PW: Wanneer besliste je om Iran te verlaten?
S.: 'In Iran moeten jongens een militaire dienst doen van twee jaar om een paspoort te kunnen krijgen. Zonder kun je niet trouwen en geen werk krijgen. Voor elke Iraanse jongen is dat een nachtmerrie. Ze proberen er altijd tussenuit te knijpen. Toen ik 22 werd, ging ik op dieet gedurende twee maanden. Ik verloor 15 kg. Ik woog nog 52 kg. Aangezien ik relatief groot ben, 1,90 m, kreeg ik een medische vrijstelling. Sommigen gaan nog verder. Ze snijden een paar vingers of tenen af om niet in het leger te moeten. Ik kreeg een vrijstelling én een paspoort. Ik wilde ontsnappen aan de druk. Toen ik 23 was, kreeg ik een studentenvisum voor Nieuw-Zeeland voor anderhalf jaar. Ik studeerde een half jaar in Wellington. Nadien kon ik een werkvergunning krijgen om in Nieuw-Zeeland te blijven. Maar toen de situatie in Iran verbeterde, besliste ik om terug te gaan, zonder te beseffen dat het daar van kwaad naar erger zou gaan … Toen ik terugkeerde naar Iran waren er net verkiezingen. Het zag er echt goed uit. We waren zeker dat we een betere president zouden krijgen en dat er hervormingen in de lucht hingen zoals ten tijde van president Khatami. Maar na Khatami ging alles weer achteruit.'
PW: Was je betrokken bij de onlusten van eind vorig jaar?
S.: 'Ja, lange tijd zag het er naar uit dat er niks zou veranderen in Iran. Nu is er tenminste wat hoop. De meerderheid van de Iraniërs is tegen het huidige regime. Ik werd gearresteerd en bracht vorig jaar in november acht dagen en zeven nachten door in de gevangenis. Ik had geluk dat ik vrij snel weer vrijgelaten werd. Ik voelde altijd een grote afstand tussen mij en de gemeenschap waarin ik leefde. Ik had maar één vriend in mijn stad. Ik ben nu sinds enkele maanden in Berlijn en ik heb al meer vrienden dan in mijn hele leven in Teheran.”
PW: Hoe was het om in Iran in de gevangenis te zitten?
S.: 'Hmm… Het was de vreemdste periode van mijn leven. Toen bleef er nog hoop over dat het volk de revolutie zou afmaken maar als ik nu terugkijk en erover nadenk…. Ik herinner me dat het een vreselijke ervaring was. Ik kon mijn moeder niet contacteren. Ik maakte me echt zorgen om haar omdat zij bij elke manifestatie in Teheran altijd op de eerste rij staat. Ik maakte me grote zorgen om haar welzijn! Mijn vader gaf me een boel shit. Dat ik 26 was en nog niks bereikt had in mijn leven. Net op dat moment kreeg ik een contract opgestuurd van Touch. Ik kreeg wat hoop dat ik die droom kon volgen. Toen hij hoorde dat het over muziek ging, gaf hij me dezelfde shit. Mijn moeder steunde me altijd. Daarom heb ik het laatste nummer op de lp naar haar vernoemd, het nummer heet ‘Zarrin’...'
PW: Hoe ben je in contact gekomen met het Londense Touch-label?
S.: 'In Nieuw-Zeeland zag ik een optreden van Rosy Parlane. Ik vond het fantastisch. Ik ken hem niet persoonlijk, maar de naam bleef wel hangen. Toen ik vorig jaar terug was in Teheran en gedurende zes uur per dag muziek opnam, stuurde ik twee tracks naar Parlanes label Touch. Mike van Touch antwoordde me vrijwel onmiddellijk. Het was precies een droom die in vervulling ging. Hij vroeg me om een opname te doen voor hun radioserie. Ik was vereerd om gevraagd te worden door zo’n gerespecteerd label!'
PW: Er is iets vreemd aan de hand met ‘Live in Teheran’. Er komen gesproken fragmenten voor in het Russisch.
S.: 'Ik was een paar keer in Rusland. Met een Iraans paspoort is het relatief makkelijk om naar Rusland te reizen. Ik werd uitgenodigd naar een archeologiekamp dat georganiseerd werd door de universiteit van Lipetsk ten zuiden van Moskou. Ik leerde daar een meisje kennen. Er groeide iets emotioneels. Ze sprak geen Engels. Ik sprak geen Russisch. De titel van de opname is ‘Tanyahi’. Dat betekent ‘eenzaamheid’. De stem is van dat meisje.'
PW: Hoe ben je uit Iran weggeraakt?
S.: 'In het licht van mijn situatie hier op dit ogenblik kan ik niet op die vraag antwoorden. Ik kan je wel zeggen dat ik aan niks anders dacht dan aan weggaan en ergens te gaan leven waar ik me beter zou voelen. Zelfs als het maar voor een korte tijd was.'
PW: Trok je onmiddellijk naar Berlijn?
S.: 'Ja, omdat ik daar wat muziekvrienden had. Ik heb hier zoveel mensen om me heen die ik vrienden kan noemen. Ik kan hen zien. Ik kan met ze spreken. That’s really amazing!'
PW: Wat gebeurt er als ze je deporteren?
S.: 'Ze duwen me in een vliegtuig richting Teheran en ik denk dat ik dan voor een lange tijd niet meer naar Europa mag. Het doet me pijn als ik er nog maar aan denk. Ik kan me absoluut niet voorstellen dat ik terug moet naar een leven zonder hoop op geluk of de mogelijkheid om een normaal leven te leiden. Ik zal altijd muziek blijven maken, zelfs wanneer ik terug compleet geïsoleerd ben in Teheran en geen optredens meer kan doen. Ik noem mezelf eigenlijk geen muzikant. Muziek is voor mij gewoon de beste manier om mijn gevoelens te tonen aan anderen.'
PW: Over je plaat ‘A hidden place’: we horen opnieuw wat Russisch, we horen een haan kraaien en mensen roepen in een vreemde taal.
S.: 'Het Russisch hier is een sample uit de film 'Andrei Rublev' van Andrei Tarkovsky. Op de ommezijde hoor je mensen naar elkaar roepen in het Farsi in een dorp ergens in het noorden van Iran, het groenste deel van Iran vlakbij de Kaspische Zee. Ze roepen naar elkaar om elkaar te vinden in de jungle. De bossen zijn er zeer mistig en donker en lang geleden gebruikte men dergelijke uitroepen om elkaar makkelijker terug te kunnen vinden.'
PW: Dat lijkt me een zeer goede metafoor voor jouw situatie, Sohrab. We wensen je veel succes met je album.
artikel verscheen op www.apache.be en http://www.cuttingedge.be/pages/3819-sohrab-interview-iraans-experiment-in-berlijn
Sohrab - ‘A hidden place’, [Touch # Tone 42], http://www.touchmusic.org.uk/sohrab/
Thursday, November 11, 2010
Piiptsjilling - 'Wurdskrieme'
On their second full-length, supergroup Piiptsjilling set out to both deepen and roughen up the pastoral and peaceful sound of their 2008 debut release. A coherent unit formed by guitar & poetry duo Jan and Romke Kleefstra as well as Machinefabriek’s Ruther Zuydervelt and Soccer Committee’s Mariska Baars, the band delineate increasingly dark lyrical textures resonating with nocturnal atmospheres and tactile sound-operations on guitar, pedals and various looping devices. Building on patient and immersive improvisations and working with both sonorous drones and ghostly micronoises, “Wurdskrieme”, which translates to “Cry of Words”, moves at a dream-pace, substituting linear logic with a brushwood of metaphors and emotional abstractions. The underlying feeling of a subcutaneous tension is further accentuated by Jan Kleefstra’s expressionist poetry delivered in the language of his native Friesland, a province in the far North of the Netherlands. Contrasting serene soundscapes like opener “Unkrud” with more tranquil moments featuring acoustic instrumentation (“Wurch”), the result spans up a sonic space that not only represents an evolution from their earlier work, but also takes them far beyond traditional categories and conventions.
CD/LP Experimedia EXPLP013, Release date: December 13
www.experimedia.net
review door Pieter Devriese op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/260469-piiptsjilling-wurdskrieme-
Cindytalk - 'The poetry of decay'
Special 2LP + 7” Vinyl set compiling both 'The Crackle of my soul' & 'Up here in the clouds' albums
http://www.editionsmego.com/
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/244228-cindytalk-up-here-in-the-clouds-
http://www.editionsmego.com/
http://www.cuttingedge.be/music/reviews/244228-cindytalk-up-here-in-the-clouds-
Sunday, November 07, 2010
Zeitkratzer - Alvin Lucier [old school]
Klassieke Whitehouse & radicale Lucier
Hoe ver kun je gaan met een klassiek ensemble? In 2002 schudde het Duitse collectief Zeitkratzer de vastgeroeste muziekwereld dooreen met een adaptatie van het gewraakte noiseproject ‘Metal machine music’ van Lou Reed. Op ‘Whitehouse [electronics]’ nemen ze de groep van noisepionier William Bennett onder handen. Zeitkratzer spitst zich vooral toe op diens latere periode, waarin hij invloeden raapte uit extreme african music. De cd zit vol grimmige details en merkwaardige subtiliteiten die het geheel verder voeren dan pure noise. Let vooral op de percussie en de te gekke blazers in ‘Munkisi munkondi’ en de double bass in ‘Scapegoat’. Bondig, retestrak en messcherp. Beter kunnen we ‘Whitehouse [electronics]’ van Zeitkratzer niet omschrijven.
Alvin Lucier is een grote invloed voor Whitehouse. Naast uitvoeringen van werk van beeldenstormers zoals Bennett houden Reinhold Friedl en zijn companen zich ook bezig met versies van hedendaagse klassieke muziek. In de [old school]-reeks verschenen albums met werk van Tenney en Cage. Binnenkort is Morton Feldman aan de beurt. In afwachting doen we het hier met de minimalist Lucier, een Amerikaanse componist die op een bijna wetenschappelijke manier de mogelijkheden van de akoestische ruimte onderzoekt. Hij schrijft geen partituren maar geeft de muzikanten richtlijnen, waarmee ze aan de slag kunnen gaan. Dit klinkt zwaar, maar het ludieke element in het werk van Lucier overheerst. Hij speelt met ruimte en geluid.
Zeitkratzer leidt ons de wondere wereld van Lucier in met het stuk voor piano, viool en cello, ‘Fideliotrio’. Gedurende twaalf minuten wordt één enkele pianoklank aangehouden terwijl glissandi van viool en cello er zich tegendraads tegenaan schuren. Voor ‘Music for piano with magnetic strings’ zijn de instructies nog soberder. De muzikanten spannen vijf snaren over de snarenbak van een piano. Omgevingsgeluiden mogen, maar hoeven niet. Toch is dit een indrukwekkende ‘compositie’. Na een vijftal stille minuten nemen de boven- en overtonen het over. Je weet niet wat je hoort wanneer de geluidsmassa zich van alle kanten tegelijk in je hoofd boort.
Lucier is het meest bekend voor zijn minimalistische triangelsymfonie ‘Silver streetcar for the orchestra’ en voor zijn opera met objecten. De versies van Zeitkratzer zijn mooi uitgegeven, vlekkeloos uitgevoerd en ook voor leken zeer genietbaar. In een zeer schraal eindejaar qua releases eindigen zowel ‘Whitehouse [electronics]’ als ‘Alvin Lucier [old school]’ van Zeitkratzer zeer hoog op onze wenslijstjes.
Zeitkratzer - Alvin Lucier [old school] verschijnt op 26 november, Zeitkratzer Records, zkr011, www.zeitkratzer.de
Inca Babies - 'Death message blues'
‘I got a message on my phone/They sent me a line with a tone/I caught the first plane, and went home/And I had to do it, alone/All of the folks had gathered round/His eyes were set hard and full of frowns.’ Dit zijn de eerste woorden die Harry Stafford zingt op 'Death message blues’ van de Britse Inca Babies. Inca wie? De Mancunian Inca Babies zijn niet zo bekend in deze contreien, maar ze hebben er al een loopbaan opzitten van bijna drie decennia. Tussen ’83 en ’88 namen ze vier albums op, die hen in het zog van de punk wat bekendheid verschaften in de UK.
volledige recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/256744-inca-babies-death-message-blues-
volledige recensie op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/256744-inca-babies-death-message-blues-
Saturday, November 06, 2010
Neurosis - 'Crawl back in'
Neurosis: Crawl Back In from Chad Rullman on Vimeo.
review van Neurosis - 'Live at Roadburn 2007' op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/257696-neurosis-live-at-roadburn-2007-Gefnuikte ambities - Over 'Feestelijk zweet' van Ruth Lasters
Ruth Lasters had een plan. In 2006 debuteerde ze met de roman ‘Poolijs’, waarvoor ze de Vlaamse Debuutprijs kreeg. In 2007 verscheen dan de dichtbundel ‘Vouwplannen’ (zie: http://www.urbanmag.be/artikel/1203/de-machtswil-van-een-vrouw), terecht bekroond met de Debuutprijs van Het Liegend Konijn. ‘Vouwplannen’ plaatste haar voorop in het pantheon van grote Vlaamse dichteressen. Haar nieuwe roman ‘Feestelijk zweet’ is een turf van om en bij de 330 pagina’s met bijna epische allures. Om zo’n boek te vullen, moet je veel in je mars hebben: een soort vrouwelijke Mulisch moet je zijn. Helaas lukt dat hier niet.
Er zijn twee verhaallijnen. Igor is een gescheiden man met een dochter die in Moskou studeert en die in zijn jaszak altijd een boek van Tolstoj meedraagt. Hij had ooit een affaire met Hatice, maar die relatie werd afgebroken omdat hij niet kon kiezen tussen haar liefde en die van zijn vrouw. Na zijn scheiding krijgt hij terminale kanker. Mestcellen, noemt hij ze. Op het einde van zijn onbeduidende leven wil hij nog iets groots realiseren. Hij beslist zijn nalatenschap te verdelen onder zijn buren. Ook wil hij de verkiezingscampagne van de rechtse kandidaat Ediz Trovin, op wie hij als twee druppels lijkt, dwarsbomen via chantage en zo de linkse kandidaat aan de macht helpen. Meria, het tweede hoofdpersonage, zit om onduidelijke redenen een gevangenisstraf uit met enkele andere vrouwen, terwijl buiten klimaatterroristen de macht grijpen.
‘Feestelijk zweet’ is een stroef boek dat pas herademt na het vijfde hoofdstuk. Meria wordt uit de nor ontslagen en de gulle Igor verlaat zijn flat om zijn buren te bezoeken. De actie speelt zich af in een niet nader bepaalde ex-Sovjetrepubliek in de buurt van Oezbekistan. Waarom Lasters het boek net daar situeert, wordt niet helemaal duidelijk. Het had evengoed Erpe-Mere kunnen zijn. Buiten enkele terloopse verwijzingen worden we niks wijzer. Ook met het tijdsverloop loopt het grondig fout. Eerst situeert ze het boek tien jaar na de dood van Michael Jackson in een periode waarin klimaatactivisten het voor het zeggen hebben, maar enkele hoofdstukken later lezen we dat het verhaal zich afspeelt twee jaar na Gorbatsjov. An sich is het thema van de klimaatwijziging een zeer interessant gegeven dat verwachtingen wekt. Lasters doet er echter weinig mee. In de plaats daarvan spitst ze zich toe op de ‘psychologie’ van haar personages.
‘Feestelijk zweet’ eindigt met een wervelende scène wanneer Igor op zoek gaat naar zijn Hatice in de crèche van haar vriendin Meria. Er schort iets met de structuur van het boek. De overgang van gevangenis naar crèche verloopt zo onhandig dat het ongeloofwaardig is. De door pillen verdoofde Igor gaat op stap met een kind, belandt op een dak en laat de peuter per ongeluk vallen. Daarop strompelt hij naar huis en sterft diezelfde avond. Meria wordt als schuldige aangeduid voor de dood van het kind en belandt opnieuw in de gevangenis.
We begrijpen niet waarom Lasters bepaalde scènes herhaalt: vanuit het standpunt van Igor en van Meria vertelt ze tweemaal hetzelfde verhaal. Het draagt niks bij tot het boek, dat de helft korter had gekund. Zo wordt het adagio van de roman – het zich vastklampen aan ambities, tegen wil en dank – ongewild een valstrik en een selffulfilling prophecy. Lasters heeft al bewezen dat ze kan schrijven, maar met deze roman greep ze te hoog. Op zo’n niveau kan ze haar ambities niet realiseren. ‘Feestelijk zweet’ is een jammerlijke miskleun.
'Feestelijk zweet', Ruth Lasters, Meulenhoff/Manteau, 2010, ISBN: 978 90 8542 169 6.
review op http://www.cuttingedge.be/books/reviews/259097-feestelijk-zweet
Er zijn twee verhaallijnen. Igor is een gescheiden man met een dochter die in Moskou studeert en die in zijn jaszak altijd een boek van Tolstoj meedraagt. Hij had ooit een affaire met Hatice, maar die relatie werd afgebroken omdat hij niet kon kiezen tussen haar liefde en die van zijn vrouw. Na zijn scheiding krijgt hij terminale kanker. Mestcellen, noemt hij ze. Op het einde van zijn onbeduidende leven wil hij nog iets groots realiseren. Hij beslist zijn nalatenschap te verdelen onder zijn buren. Ook wil hij de verkiezingscampagne van de rechtse kandidaat Ediz Trovin, op wie hij als twee druppels lijkt, dwarsbomen via chantage en zo de linkse kandidaat aan de macht helpen. Meria, het tweede hoofdpersonage, zit om onduidelijke redenen een gevangenisstraf uit met enkele andere vrouwen, terwijl buiten klimaatterroristen de macht grijpen.
‘Feestelijk zweet’ is een stroef boek dat pas herademt na het vijfde hoofdstuk. Meria wordt uit de nor ontslagen en de gulle Igor verlaat zijn flat om zijn buren te bezoeken. De actie speelt zich af in een niet nader bepaalde ex-Sovjetrepubliek in de buurt van Oezbekistan. Waarom Lasters het boek net daar situeert, wordt niet helemaal duidelijk. Het had evengoed Erpe-Mere kunnen zijn. Buiten enkele terloopse verwijzingen worden we niks wijzer. Ook met het tijdsverloop loopt het grondig fout. Eerst situeert ze het boek tien jaar na de dood van Michael Jackson in een periode waarin klimaatactivisten het voor het zeggen hebben, maar enkele hoofdstukken later lezen we dat het verhaal zich afspeelt twee jaar na Gorbatsjov. An sich is het thema van de klimaatwijziging een zeer interessant gegeven dat verwachtingen wekt. Lasters doet er echter weinig mee. In de plaats daarvan spitst ze zich toe op de ‘psychologie’ van haar personages.
‘Feestelijk zweet’ eindigt met een wervelende scène wanneer Igor op zoek gaat naar zijn Hatice in de crèche van haar vriendin Meria. Er schort iets met de structuur van het boek. De overgang van gevangenis naar crèche verloopt zo onhandig dat het ongeloofwaardig is. De door pillen verdoofde Igor gaat op stap met een kind, belandt op een dak en laat de peuter per ongeluk vallen. Daarop strompelt hij naar huis en sterft diezelfde avond. Meria wordt als schuldige aangeduid voor de dood van het kind en belandt opnieuw in de gevangenis.
We begrijpen niet waarom Lasters bepaalde scènes herhaalt: vanuit het standpunt van Igor en van Meria vertelt ze tweemaal hetzelfde verhaal. Het draagt niks bij tot het boek, dat de helft korter had gekund. Zo wordt het adagio van de roman – het zich vastklampen aan ambities, tegen wil en dank – ongewild een valstrik en een selffulfilling prophecy. Lasters heeft al bewezen dat ze kan schrijven, maar met deze roman greep ze te hoog. Op zo’n niveau kan ze haar ambities niet realiseren. ‘Feestelijk zweet’ is een jammerlijke miskleun.
'Feestelijk zweet', Ruth Lasters, Meulenhoff/Manteau, 2010, ISBN: 978 90 8542 169 6.
review op http://www.cuttingedge.be/books/reviews/259097-feestelijk-zweet
Subscribe to:
Posts (Atom)