Tuesday, June 22, 2010

Paul Celan, Ingeborg Bachmann, 'Een dramatische liefde - Briefwisseling Ingeborg Bachmann-Paul Celan'

WATER EN VUUR

Veertig jaar geleden gooide Paul Celan zich van de Parijse Pont Mirabeau. De Joods-Roemeense dichter overleefde een naziwerkkamp, maar antisemitische aanvallen op zijn werk en plagiaatbeschuldigingen dreven hem van depressie naar psychische instorting en ten slotte naar de dood. De Duitse schrijfster Ingeborg Bachmann stierf op 17 oktober 1973 in een ziekenhuis in Rome aan de gevolgen van een woningbrand. De these van een zelfmoord werd nooit uitgesloten. De twee tenoren van de Duitse literatuur begonnen in 1948 een 'exemplarische' liefdesrelatie waaruit tussen 1948 en 1967 een intense briefwisseling ontstond.

Bachmann en Celan ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens het voorjaar van ’48 in het naoorlogse Wenen. Eind september van dat jaar verscheen zijn eerste bejubelde dichtbundel ‘Der Sand aus den Urnen’. De jonge veelbelovende studente Bachmann promoveerde met een proefschrift over Heidegger. Moeizame pogingen om een vergelijk te vinden liepen vast op onverzoenlijke tegenstellingen en pijnlijke meningsverschillen. De eerste brieven klinken bijna euforisch en lyrisch. Na verloop van tijd krijgt de briefwisseling een bittere ondertoon.

Eind december '50 ontmoetten ze elkaar in Parijs. Daarna zou het vier jaar duren voor de twee schrijvers opnieuw met elkaar in contact kwamen. Eind '56 verbleef Bachmann zonder medeweten van Celan in Parijs. Het onwaarschijnlijke gebeurde. In oktober '57 troffen ze elkaar ‘onverwachts’ op een symposium over literatuurkritiek. De liefdesrelatie werd kortstondig hervat. Een periode van intense briefwisseling volgde. Celan overstelpte Bachmann met brieven en gedichten. Dit keer was zij het die hem op een afstand hield. Hij was immers getrouwd en hij had een zoon. 'Je weet ook: je was, toen ik je ontmoette, beide voor mij: het zinnelijke en het geestelijke. Dat kan nooit gescheiden worden, Ingeborg.'

Eind '57 en einde '58 reisde Celan nog drie keer naar München om bij Bachmann te zijn. Wenen, Parijs en München werden later de referentie voor meerdere gedichten. Eind juni 1958 verbleef Ingeborg Bachmann een poos in Parijs. Ze ontmoette er zowel Celan als zijn vrouw Gisèle Lestrange. Enkele maanden later begon ze een relatie met de romanschrijver Max Frisch. Celan kreeg het almaar moeilijker. Plagiaatbeschuldigingen, antisemitische aanvallen op zijn werk, een zeer kwetsende recensie van de Duitse criticus Günter Blöcker brachten hem op het randje van de wanhoop. Vastgeraakt in een verzengende spiraal van groeiend onbegrip, manische depressie en uiteindelijk complete waanzin, probeerde hij op 24 november '65 zijn vrouw te vermoorden.

‘Een dramatische liefde’ is geen evident boek. De confronterende lectuur vraagt om een voortdurende concentratie en aandacht. De soms pijnlijk persoonlijke brieven, telegrams en korte notities zijn slechts onderbrekingen van de diplomatische stilte tussen Celan en Bachmann. Uit angst om elkaar nog verder te kwetsen blijft veel daarbij ongezegd. Celan en Bachmann waren zich bewust van hun belangrijke positie in de naoorlogse Duitstalige literatuur en van de invloed die ze op elkaar hadden. Ze zagen het belang in van hun briefwisseling, hoe sporadisch die ook verliep. Ondanks de onoverbrugbare persoonlijke tegenstellingen, blijven ze voor eeuwig verbonden door de brieven die een brug schiepen naar hun beider oeuvre. Dat hun levenslot bijzonder tragisch verliep, geeft aan hun correspondentie na bijna een halve eeuw een mythische draagkracht.

recensie verscheen op www.cuttingedge.be

'Een dramatische liefde - Briefwisseling Ingeborg Bachmann-Paul Celan', vertaald door Paul Beers, Meulenhoff/Persona, 2010, ISBN: 9 789029 084789.

No comments: