Monday, June 21, 2010
Brendan Perry - 'Ark'
KLAAGZANGEN VAN EEN OUDE MAN
De laatste wereldtournee van Dead Can Dance dateert alweer van 2005. Of het duo Brendan Perry en zijn muse Lisa Gerrard ooit nog samen zal optreden, is zeer de vraag. Gerrard legde zich intussen met veel succes toe op soundtracks voor grootse Hollywoodproducties. Haar stem kon je onder meer horen in Russell Crowe’s ‘Gladiator’. Vorig jaar ging ze op tournee met krautrocker Klaus Schulze. Perry trok zich terug in relatieve isolatie in het dorpje Cavan op het Ierse platteland waar hij zich toelegde op muziek, astronomie en arboricultuur. Zijn eerste soloplaat ‘Eye Of The Hunter’ uit 2003 werd opgenomen in zijn eigen Quivvy Church studio in County Cavan. Zeven jaar later ligt zijn tweede worp hier voor ons. Het in eigen beheer uitgebrachte ‘Ark’ is een typische Brendan Perry album geworden maar dan wel één met met een duister randje.
Dat Dead Can Dance tijdens zijn bijna 20-jarig bestaan last had van een zeker cultuurpessimisme en een uiterst sombere visie op de wereld, is een understatement. Het was de prachtige stem van Lisa Gerard die meermaals de balans deed overslaan en die het muzikaal palet van de groep verrijkte. Zij liet het licht toe in veel van de albums van Dead Can Dance. De songs, die door Brendan Perry gezongen werden, handelden meestal over het onrecht in de wereld en ze gaven blijk van een bijna ondraaglijke smart en melancholie om het voorbijgaan van de tijd en het verval van de wereld. Velen kickten vooral op het stemgeluid en het charisma van Lisa. Ons blijft de gedragen stem van Brendan Perry het meeste bij. ‘Ulysses’, ‘Anywhere out of the world’ en ‘Severance’ behoren tot onze favoriete songs aller tijden.
Een soloalbum van Perry verschilt in eerste instantie niet zo gek veel van een gewoon Dead Can Dance album. De tracks ‘Babylon’ en het veel te lang uitgesponnen ‘Crescent’ zijn zelfs speciaal gecomponeerd voor de reünietournee van 2005. ‘Crescent’ bloeit traag open met die typische bijna Oosterse percussie die je bijvoorbeeld ook vindt op het Dead Can Dance nummer ‘Cantara’. De songs ‘The Bogus Man’, ‘Babylon’ en ‘This Boy’ vormen een centrale trilogie waarin Perry filosofeert over corruptie en oorlogsgeweld. De echte verrassing van het album vormt het uiterst wrange ‘Inferno’ waarin hij zijn pessimistische wereldvisie samenvat: I watch the tv, it’s my world/It takes my mind beyond these walls/The more I see the less I care/For all the people out there. De albumtitel en het centrale thema ‘Ark’ werden gelicht uit het 7 minuten durende ‘The Devil and the Deep Blue Sea’ dat handelt over de bijna onafwendbare ondergang van de aarde.
‘Ark’ is een ondraaglijk donker album geworden. Er wordt ons geen sprankel hoop gegund. Kille, synthetische soundscapes vervangen de live instrumentatie van ‘Eye of the Hunter’. Drumcomputers en bassen overheersen het album. Perry nam het album op ver van de bewoonde wereld met als gezelschap een computer en een tv. Zijn klagerige en monotome stem, de monomane thema’s, de plechtige en bijna symfonische muzikale omlijsting maken het ons niet altijd makkelijk. Ons idee is dat ‘Ark’ muzikaal en tekstueel eigenlijk het nieuwe Dead Can Dance album vormde. Onderweg liep iets grondig fout. De platenmaatschappij wou niet meer. Het klikte niet meer tussen Perry en Gerrard. Of Perry gaf er gewoon de brui aan… Wat maakt het uit? Het prachtige ‘Wintersun’ bloeit open als een mistige Ierse winterdag. En ‘Utopia’ bezit de prachtigste lyrics die we dit jaar hoorden: I feel greater than the sum of all my parts/A domestic beast with a hairy heart. En dan verder: My love is like a bright guiding light/Shining in the dark of the night/The star of my utopia.
Brendan Perry, 'Ark' cd review te lezen op http://www.cuttingedge.be/music/reviews/235689-brendan-perry-ark-
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment