Wednesday, July 14, 2010

Willy Roggeman, 'Practicum of het steriele schrijven'

Het bleef lang stil rond de Vlaamse dichter Willy Roggeman (°1934) maar hij publiceert de laatste paar jaar weer regelmatig dicht- en zelfs prozawerk. Met zijn recentste dichtbundel ‘Cadenas’ won hij onlangs de prestigieuze Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies. Roggeman is de peetvader van het naoorlogse Vlaamse modernisme. Hij is een van de invloedrijkste maar tegelijk minst bekende Vlaamse auteurs. Een groot deel van zijn werk bleef gedurende lange tijd ongepubliceerd. Met ‘Cadenas’ metselde deze keizer van de Vlaamse poëzie naar eigen zeggen de laatste steen van zijn pyramide dicht.

In 2003 verscheen de imposante turf ‘De gedichten 1953-2002’. In totaal twaalf bundels - het resultaat van vijftig jaar literaire arbeid - werden gebundeld in een wit boek. Roggeman schiep een ondoordringbaar literair oeuvre vol referenties naar muziek en andere culturen. De viertalige gedichten wemelen van de verwijzingen naar de jazz en bevatten zelfs partituren. Roggeman is immers een volleerd jazzmuzikant. Sommige critici noemen zijn dichterlijk werk een 'stenen engel'. Maar lees wat er staat en je vindt heel wat in zijn poëzie. De cyclus 'Mythologica - tien lyrische veren op gedeukte hoed' bijvoorbeeld is een ontroerende, gevoelige en geraffineerde gedichtenreeks. In 'De gedichten...' kun je jaren blijven lezen en toch steeds nieuwe dingen ontdekken.

De hernieuwde interesse voor Roggeman is misschien een neveneffect van de dood van de mediatiekere Claus. De kleine Aalsterse uitgeverij Het Balanseer greep volop de kans en gaf in een paar jaar tijd drie nieuwe werken van Roggeman uit. Het autobiografische ‘Betoverende katastrofe’ kwam uit in 2008. ‘Cadenas’, waarmee hij zijn dichterlijk leven afsloot, verscheen een jaar later. Zijn laatste prozaboek ‘Practicum of het steriele schrijven’ verscheen eind vorig jaar. Omdat Roggeman geldt als een moeilijk en stug dichter is een autobiografisch werk dubbel zo interessant. Het kan een nieuw licht werpen op zijn hermetische dichtkunst.

De verzameling losse teksten van ‘Practicum’ is geschreven tussen 1981 en 1986. Roggeman werd in de tijd getroffen door een mysterieuze ziekte, die hem het schrijven onmogelijk maakte. Hij waagde zich aan therapeutisch schrijven om de spieren in zijn rechterhand aan het werk te houden. Schrijven zonder doel tenzij het in de gang houden van bepaalde fysieke processen van het lichaam: hij heeft het over 'steriel schrijven'. Uit de bijna duizend bladen quasi onleesbaar handschrift werden uiteindelijk 321 pagina’s gedistilleerd die grofweg in twee soorten teksten kunnen opgedeeld worden: autobiografische fragmenten over de eigen lichamelijke conditie wisselen af met erudiete stukken over muziek, literatuur en filosofie.

In ‘Practicum’ tast Roggeman de grenzen van zijn eigen schrijven af. Hij onderzoekt de relatie tussen auteur, lezer en tekst. Hij balanceert tussen het literaire en het filosofische. In andere paragrafen denkt hij na over muziek. Roggeman heeft veel gemeen met de Frans-Roemeense schrijver Emile Cioran, die schrijver werd in weerwil van zichzelf. Dat ‘Practicum of het steriele schrijven’ het sluitstuk vormt van het oeuvre van Roggeman, kunnen we nauwelijks geloven. Schrijven – eenmaal het in je bloed zit – laat je nooit meer los. Dichten is bovendien een open proces. Verwacht dus in de komende maanden of jaren nog meer fraais van deze man. Roggeman is het aan zichzelf verplicht. ‘Practicum’ is alvast een uitstekende introductie tot het oeuvre van een van de merkwaardigste Vlaamse dichters.

Willy Roggeman, 'Practicum of het steriele schrijven', recensie op www.cuttingedge.be

No comments: