'Ik heb de hele zomer geen pen kunnen 'beheersen', heb geen aantekeningen voor het practicum willen maken en stel nu vast dat het handschrift nog een stuk slechter geworden is. Ik moet de hand opnieuw disciplineren, trager schrijven en vermoeidheid in de vingers en de pols vermijden. Het gekke is dat de hand haast niet meer verschuift omdat zij te hard op de pen duwt, ik kan onmogelijk vloeiend schrijven, alles gaat tekeer tegen het zachtaardig hanteren van de pen, alle spieren en zenuwen zijn op het maken van krassen ingesteld, diepe krassen, inkervingen. Het eigenlijke schrijven is aan het atrofiƫren. Wat in de plaats komt, bevreemdt mij, omdat ik de inherente wetmatigheid ervan nog niet herken en de evolutie als iets pejoratiefs ervaar, een verlies aan vormkracht en discipline. Bovendien zijn de ogen sterk verzwakt, verziendheid neemt toe, met mijn vier jaar oude leesbril is er een afstand van drie handbreedten tussen papier en ogen. Ik leun haast achterover om het eigen handschrift te kunnen lezen. Het is dus duidelijk: als ik aan het practicum niet voortschrijf, is dat alleen te wijten aan de onvrede en de woede die mij tijdens het schrijven overvallen omdat ik mijn handschrift beneden alles vind. De dag dat ik links kan schrijven, zal de oplossing gevonden zijn, want de linkerhand is nog onbesmet en lijdt veel minder onder de nervositeit van het organisme.'
'Practicum of het steriele schrijven', Willy Roggeman, Het Balanseer, Aalst 2009, ISBN: 978 90 79202 04 1, www.hetbalanseer.be
bespreking volgt
Saturday, April 10, 2010
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment