‘De reis naar Inframundo’ is een zelfgemaakte keuze uit de gedichten van de Antwerpse stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen. Geen verzamelde gedichten, noch zomaar een bloemlezing, maar een ‘bloemlezingbundel’ zoals hij het zelf omschrijft. Door sporen te volgen doorheen zijn poëtische exploraties in de periode van 1990 tot 2008 zien we hoe een poëtische ontdekkingsreiziger een web van verzen maakt, gehavend in de wind. De voedingsbodem van de exploratie is ‘Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus’ (uitg. Bert Bakker, 1999), een bloemlezing uit de periode van 1979 tot 1998 waarin hij eigen genres uitvond als ‘baldakijnen’, ‘vliegende tapijten’ en ‘drijvende doodskisten’. Uit de bloemlezingbundel kozen we een tiental gedichten. Vervolgens lieten we PPH die gedichten becommentariëren.
Voor Paul Snoek
Voorbij Vuureiland knarst de tand des tijds./Wijsneuzen verbleken.
Peter Holvoet-Hanssen: 'Dit gedicht is een eerbetoon aan 'reizigers in het hoofd' zoals Paul Snoek, die gedichten schreef als 'De zeemeerman': geen gevoelslava maar eenzaamheid tussen de regels. Ook PHH maakte een eigen wereld onder de waterspiegel van het hoofd. 'Een proces van jezelf afbreken en weer opbouwen, stelde hij bij aanvang. 'Voor Paul Snoek' is een oproep, niet in het minst tot de dichter zelf, om een wááier van werelden te scheppen, een uiterst wendbare en fijngevoelige schotelantenne te bouwen – om flarden van een ultieme melodie op te vangen waar geluk en lijden in zijn vervat – en tot voorbij de territoriale wateren in de poëzie te varen. Tot waar 'wijsneuzen verbleken'. IJdelheid verdwijnt uit het vaandel.'
La Magdalena
In een grot bij Santander werd een fossiel gevonden/Pipo is zijn naam want schalks zijn die Santanderijnen
PHH: 'Na het officiële debuut 'Dwangbuis van Houdini' (1998, Debuutprijs 1999) verscheen in 2001 – bij uitgeverij Prometheus – 'Santander. Ontboezemingen in het vossenvel'. Op de rand van een psychose balancerende personages als de machtwellustige 'tovenaar' en zijn rivaal 'Sneeuwmaker' gaan ondergronds. Een leerling-troubadour is op weg naar Santander, maar zal er nooit geraken – dat deert hem niet. Het avontuur van de reis zelf primeert. Het gedicht ‘La Magdalena’ is een kantelmoment, na rust en symmetrie brengen gevaarlijke narren de vossenbundel uit evenwicht. HH en zijn muze Noëlla Elpers (aanhef in cursief door zijn priveredactrice, jeugdschrijfster), samen ‘Het Kapersnest‘, hebben iets met Johanna de Waanzinnige. De moeder van Keizer Karel duikt op in de adolescentenromans van Noëlla Elpers (in het veel bekroonde en gelezen ‘Dolores!’ en het fonkelende ‘vervolg’ ‘Vuurkraal’) en ook in dit HH-gedicht – een reis doorheen de tijd ‘in het beweeglijk’ element’. La Magdalena is een rots nabij Santander, PHH wilde dan ook een rots van een gedicht maken, blakend in de branding, een smeltkroes.'
Door de poort
in de wasserij van Spinalonga, eiland van ellende met/oude vestingmuren, wallen zo massief, gevoelloos als mijn vel
PHH: 'Het Kapersnest bezocht het melaatseneiland ‘Spinalonga’ bij Kreta, waar onze vrienden de Grieken hun leprozen tot 1957 opgesloten hielden. Eens door de poort moest je afscheid nemen van familie, geliefden en vrienden. Er waren maar 44 graven waar je maar vier jaar begraven kon worden door plaatsgebrek. Troubadour PHH schreef dan ook 44 gedichten (‘Spinalonga’ (2005) werd in 2008 bekroond met de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap (2008). HH zag dat er ook kroegen waren geweest, een poppentheater, iemand hield zich bezig met een krantje: een zoektocht naar (levens)kwaliteit ondanks alles, in bittere omstandigheden. Opstandig van nature schrijft PHH een liefdesgedicht voor zijn ‘kaperskapiteine’, met opzet romantisch en vol adjectieven, al was en is dat niet bon ton. Het woord ‘roos’ komt vaak terug in zijn verzen (‘Spina’ betekent trouwens doorn): als een ‘rozenmaker’ probeert HH vertakking en verstrakking naar de monding te krijgen, hij poogt ‘doornen tot een roos te maken’. De poging telt. En ook als het faalt, laat PHH dat zien: hij durft zich ‘onwaardig’ te gedragen, daar wordt iemand al eens hoornig van. Zijn ‘tritonistische’ opzet (zoals hij het zelf noemt, een ongrijpbare vossensprong) maakt een eigen niche, buiten de traditionelere poëzie en dichters die in de biotoop van Van Bastelaere met of zonder diens goedkeuring opereren.'
Dit is de stad
Europa, zwarte gaten rukken op-aan de rand van de stad/kijkt een jongen naar rechts, wordt links gegrepen door een trein
PHH: 'Vader Holvoet had een Kortrijkse familie, moeder Hanssen kwam uit Limburg. De jongste spruit was een verbindingsofficier tussen vader en moeder, twee tegenpolen. In de troubadoursbundel ‘Spinalonga’ wordt een met opzet gezwollen, romantisch stadsgedicht gevolgd door ‘Dit is de stad’, keihard. Maria én Allah worden verbonden als Linker- en Rechteroever. In ‘De reis naar Inframundo’ groepeert PHH ook zijn stadsgedichten vóór hij Stadsdichter-met-Vrijbrief van Antwerpen werd. Hij pookt met zijn vinger in de wonde van de metropool: waar zwarte gaten oprukken.'
Kuifje in Oostende
De paarden! De paarden/Het hoefgetrappel klop klop klop/door de straten in mijn hoofd/en Ensor op de wolkenbok.
PHH: 'Uit de ‘wrakhoutgedichten’ van de laatste bundel ‘Navagio’ – na de storm op het einde van ‘Spinalonga’ die over de wereld raast. ‘Een kaal hoofdje ziet het zand schitteren’: PHH waarschuwt voortdurend voor de ziekten van de tijd, die hij als gespleten en verstikkend ervaart. Maar levenslust primeert ondanks alles. Ook dit gedicht blijft zonder voordracht overeind. Fan zijnde van het album ‘De schat van Scharlaken Rackham’ schreeuwt de dichter als een meeuw naar de afgrond die lonkt.'
Grafschrijver
dood doet leven en zot zijn pijn/doorgezakte stoel der wijsheid/ingeslikte hemelsleutel
PHH: 'PHH is steeds op zoek naar andere camerastandpunten. Of hij verplaatst zich in situaties waar hij ooit zelf kan in terechtkomen. Veel gedichten van ‘Navagio’ werden op kerkhoven geschreven. Bereidt hij zich hier voor op de mogelijke dood van een geliefde? De microcosmos wordt opnieuw met macro verbonden: het intieme lijden gekoppeld aan wereldleed. Het universum van PHH is immers geen gepolijste wereld. Hier ligt de wereld aan scherven, en (oorlogs)gruwelen komen het organisme van het gedicht binnengewaaid. Intro en outro zijn uitersten door het gedicht verbonden tot één zinderend geheel.'
Zoutkrabber Expedities
de huid van het gedicht allergisch voor bepoteling/'t zout parelde op de strofen ze zweeg ik heet beynashmoshes
PHH: 'Op www.antwerpen.be/boekenstad(klik ‘Stadsdichter’) zie je dat de ‘StadsPeter’ andere dichteres(sen) toelaat om zijn poëzie-organismen te infiltreren, vorm te geven. Het gedicht ‘Zoutkrabber Expedities’ (ook uit ‘Navagio’) is daar de voorbode van: het omarmt een Jiddisch lied geschreven door ene Jan Robberecht, ‘Ridder van het Kapersnest’, een briljant klezmeraccordeonist die door een ongeluk nooit meer accordeon zal kunnen spelen. Het gedicht gaat over poëzie zelf, over het falen van de reis en dan plots toch die flonkering in de golven. Maar dan slaat het noodlot toe: zoals in Amsterdam de laatste Hitlergetrouwen het vuur openen op een feestende massa. De Jiddische verzen druipen als bloed naar beneden en de reis gaat voorgoed de stilte van de dieperik in. ‘Zoutkrabber Expedities’ is ook de werktitel van een novelle die in 2012 gaat verschijnen. Een fragment – in samenwerking met Christoph Bruneel van l’Âne qui butine – is te beluisteren in het City Books Oostende-luik van deBuren.'
Peter Holvoet-Hanssen, 'De reis naar Inframundo', Prometheus Amsterdam 2011, ISBN 978 90 116 1709 2.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment