Sunday, May 11, 2008
Een Hollandse magiër in Istanboel
Enkele weken geleden had ik met de Nederlandse dichter Martijn Benders een internetdiscussie over zijn debuutbundel Karavanserai. Ik vroeg hem onder meer of zijn bundel sjamanistische trekjes had. “Ik ben gekant tegen de idee dat Karavanserai een sjamanistische bundel zou zijn”, antwoordde Benders. “Dat is wellicht ten dele zo, maar het dekt de lading niet afdoende. De bundel maakt in gebruik van bezweringen, vooral in deel drie, maar ’sjamanistisch’ of ‘religieus’ is de bundel an sich niet. Wat is het wezenlijke verschil tussen de magier, de mysticus en de sjamaan? Die laatste heeft altijd een doelgroep nodig, een tribe. De voorlaatste heeft een godsbeeld nodig. De magier heeft geen van beide nodig - hij bedrijft zijn kunsten niet voor derden en heeft ook geen boodschap aan bepaalde theologische opsmuk. Als ik het toch iets zou moeten noemen, zou ik Karavanserai een magische bundel noemen. Dat dekt de lading beter, hoewel er allerlei andere elementen in verweven zitten.”
Martijn Benders, ‘Karavanserai’, Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2008, ISBN 978 90 468 0363 9.
Uit: 'Een Hollandse magiër in Istanboel', nu te lezen op www.urbanmag.be.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
die doelgroep is in Amsterdam moeilijk te vinden :P
Post a Comment